Vos en Haas. Gaatjes

Haas wil gaatjes. Vos verstaat er niks van. Gaatjes: waar, waarin, waarom? Wel, gaatjes zoals Pluim, zegt Haas. Vos snapt het nog altijd niet. Voor gaatjes in je tanden ga je naar de tandarts. Maar nee, Haas wil gaatjes in haar oren voor oorbellen, zoals Pluim. Uil heeft wel 'een ding' om gaatjes te maken. Vast een boormachine, bedenkt Evert. Nee, Uil heeft een 'feestmachine' (of perforator) waar je confetti mee kan maken. Haas begint al te twijfelen. Wie mooi wil zijn, moet pijn lijden, vindt Evert. En zijn Haas' oren niet te lang, moet er geen stukje af? Haas kan het niet langer aanhoren en valt flauw. Dan liever geen gaatjes. Uil vindt dat ze beter kunnen feestvieren, dan kan hij confetti maken met zijn perforator.
De stoere praat van Evert doet Haas afzien van haar wens die ze deelt met vele jonge meisjes. Van een heel eenvoudig gegeven weet Sylvia vanden Heede een leuk verhaal te maken. En de fantastische illustraties voegen er nog een dimensie aan toe. Voor eerste lezers die AVI 3, 4, 5 aankunnen.