Raak me dan, als je kan

Dit boek beschrijft de levens van twee tieners: Rune en Simon. Rune verhuist na een dramatische gebeurtenis in haar jonge leven naar zee. Hier ontmoet ze Simon. Een jongen die op het eerste zicht niet te doorgronden is. Door de pijn die ze allebei op hun eigen manier voelen, worden ze tot elkaar aangetrokken. Rune probeert Simon te begrijpen. Pijn en liefde wisselen elkaar af. De twee tieners geven hun ziel en hun levensverhaal stukje bij stukje bloot aan elkaar. Tot Simon zelfmoord probeert te plegen. De prille vriendschap en liefde die er tussen de twee is ontstaan, begint te wankelen.
In spaarzame, uitgepuurde bewoordingen wordt dit verhaal verteld; alleen de essentie van wat er gezegd moet worden, werd bewaard. Het boek leest traag omdat het ook de lezer zelf laat meeleven en laat balanceren tussen verschillende gevoelens die intens beleefd worden. Eens het je vast heeft, laat het je niet meer los. Het zuigt als het ware aan je ziel tot je zelf de twijfels van beide tieners voelt. Een gebald verhaal in een poëtische taal: meer is niet nodig om stil te staan bij de smalle grens tussen leven en dood, vriendschap en eenzaamheid, wantrouwen en overgave.