Het fietsboek

Alles over de beste uitvinding ooit

Als je alles wilt weten over de geschiedenis van de fiets, ben je met dit boek aan het juiste adres. Er staat veel in, héél veel. Té veel misschien? Dat gevoel had ik wel. Maar je mag dit boek natuurlijk niet bekijken als een roman die je van voor naar achter, in een ruk, uitleest. Dit is een typisch informatief boek, dat je regelmatig eens vastneemt. En dan gewoon een stukje leest. Maar hoe selecteer je dan? Het register vermeldt 16 hoofdstukken. Bijvoorbeeld ‘Over één en meer wielen’, ‘Tijd voor meer rijplezier’, ‘Alle vrouwen op de fiets’. Dus ja, je kan je daar door laten leiden. Dat register is creatief ontworpen. Geen gewone lijst, netjes onder elkaar geschreven. We volgen een pad dat over de 2 pagina’s heen slingert. Dat doet je vermoeden dat er enige chronologie zit in de hoofdstukken. Maar niets is minder waar. Ergens gaan we wel verder in de tijd met elke pagina. Maar regelmatig worden we binnen een hoofdstuk ook een stuk terug gekatapulteerd in de tijd. Voor mij was het met momenten verwarrend, maar dat kan ook liggen aan de hoeveelheid informatie. Ik miste een rode draad en houvast.

Het blijkt wel eigen aan de auteur. Ik had het niet meteen door, maar recenseerde eerder een boek van hem, Buitengewone ontdekkingsreizigers, waar ik hetzelfde gevoel bij kreeg. Waar de auteur me daar helemaal verloor, is wel minder erg in dit boek. Er zitten heel leuke weetjes in en zelfs een echte fietskenner zal wel iets ontdekken wat hij of zij nog niet wist. Ook in dit boek apprecieer ik de illustrator. Vorige keer werkte hij samen met Mattias De Leeuw en dat maakte wel wat goed. Nu koos hij voor Wendy Panders, en ook haar stijl past heel goed bij het onderwerp. Met heel wat humor, maar ook met de nodige precisie, geven de tekeningen een meerwaarde aan het boek.