Het boek van het leven

over bolle buiken, bonenbaby's en kraamfeesten

‘Het boek van het leven’ is het meest originele boek over het krijgen en opvoeden van baby’s dat ik ooit gezien heb. Wat een pareltje! Het boek is wetenschappelijk opgevat en heeft voornamelijk plaats voor geschiedenis & cultuur, wetenschap & natuur en weetjes. Leuk is dat veel van wat wij aanzien als ‘fabeltjes’ vaak een kern van waarheid hebben, of toch minstens een reden waarom het zo wordt verteld. De schrijfster heeft duidelijk haar opzoekwerk gedaan. Maar er is ook plaats voor fictie. Dit doet de schrijfster door telkens een hoofdstuk te starten met een fictief verhaal. Deze verhalen spelen zich in een andere cultuur of in een andere tijd af, maar zijn telkens nog relevant anno 2019. Dit boek is onderverdeeld in vier hoofdstukken, chronologisch.

Het start bij het zoeken naar een kind. Hier komen we te weten hoe een kind wordt gemaakt. De directe schrijfstijl van Floortje Zwigtman zorgt ervoor dat dit boek alles klaar en duidelijk weet uit te leggen. Niet alleen lezen we op een vlotte manier wat we sowieso tijdens de lessen seksuele opvoeding leren, het boek gaat ook verder dan dit. Wist je bijvoorbeeld dat maar een kwart van alle bevruchte eitjes ook echt uitgroeit tot een baby?  

Het tweede hoofdstuk noemt ‘In verwachting’. Tijdens het openingsverhaaltje ‘De bakkerbijtster’ leren we al direct waarom het belangrijk is om een zwangere vrouw alles te laten eten wat ze wil. De titel zegt waarschijnlijk al genoeg. Daarna wordt dit verhaal wetenschappelijk gekaderd. We leren ook bij over de groei van de baby in de baarmoeder en tradities die verschillende culturen er op na houden gedurende deze negen maanden. Bijvoorbeeld de verwenfeesten voor zwangere vrouwen in verschillende culturen kunnen voor ons inspirerend zijn. 

Het derde hoofdstuk gaat over de geboorte. Hierin wordt de werkelijkheid niet verbloemd. Dat er bij een bevalling ook urine en uitwerpselen komen kijken, zal niemand je snel vertellen. Floortje Zwigtman doet dit wel, met de nodige humor. Opmerkelijk is ook de centrale plaats die een natuurlijke bevalling krijgt in dit boek. Zonder oordelen lezen we verhalen waarin de geneeskunde een minder grote rol speelt dan gewoonlijk in het Westen. Zo kan het dus ook, dat lijken we soms te vergeten. Het is een verdienste van de schrijfster dat ze onze jeugd hierop attent maakt.

Het laatste hoofdstuk behandelt het grootbrengen van de baby. Floortje Zwigtman zet hierin centraal wat natuurlijk is voor ons als mens: moedermelk en het dragen van de baby. De duidelijke boodschap is dat dit nieuwe leven nood heeft aan liefde.

Dit boek is supermooi en met een portie humor geïllustreerd door Sassafras De Bruyn. Zowel deze tekeningen als de tekst in het boek zijn toegankelijk voor iedereen boven de twaalf jaar. Hoewel het boek dus zeker ook als jeugdboek kan gezien worden, is het best wel “volwassen”. Het minst dat je kan zeggen is dat het je horizon verbreedt. Ik zou het zeker aanraden aan alle moeders in spe.