Sassafras De Bruyn

Krijgt kinder- en jeugdliteratuur genoeg aandacht in Vlaanderen?: 
Er is veel fijne aandacht voor kinderboeken. Wat ik wel jammer vind, is dat nog steeds vaak de naam van de illustrator niet wordt vernoemd bij boeken op websites. Terwijl auteur en illustrator even veel maker zijn, zeker bij prentenboeken.
Sta je er bewust bij stil dat tekeningen of verhalen de blik van een kind kunnen verruimen?: 
Heel bewust. Niet als ik bezig ben aan een tekening, dan leef ik enkel in die tekening, vanuit mezelf. Pas als ik even afstand neem, verplaats ik me weer in het kind of de volwassene op wie de tekening of het verhaal zal inwerken. Ik ben er zeker van dat verhalen deuren in het kinderhoofd openzetten en draadjes spannen naar overal. Dat kinderen er zichzelf, elkaar en de wereld iets beter door leren begrijpen en empathischer worden.
Heb je bewust gekozen om voor kinderen te schrijven of tekenen of is dat eerder toevallig zo gekomen?: 
Toevallig kan ik het niet noemen, maar heel bewust ook niet. Ik heb altijd getekend omdat het een passie is. Toen zich dat begon te vormen naar een beroep toe legde die passie zich automatisch op kinderboeken. Al geloof ik graag dat ik illustreer voor alle leeftijden. Dat merk ik ook uit de reacties.
Bekijk je je eigen werk vaak en kun je daar van genieten of zie je alleen wat beter kan?: 
Ik ben jammer genoeg erg perfectionistisch. En kritisch, al heeft dat als voordeel dat ik geen genoegen neem met wat ik al kan, maar steeds op zoek ga naar nieuwe, betere manieren om iets in beeld te brengen. Het is soms spijtig voor mezelf, maar ik zie nogal snel wat ik de volgende keer beter wil doen. Al kan ik ook echt blij en trots zijn met sommige illustraties, hoor.
Hoe zou je je eigen werk omschrijven? Wat is het meest kenmerkend voor jouw stijl?: 
Dat is een vraag die andere mensen makkelijker kunnen beantwoorden. Hoe beter ik mezelf ken en weet wat ik wil bereiken in beeld, hoe kenmerkender mijn stijl is, voel ik wel. De woorden poëtisch, warm en gevoelig zullen zeker vallen, als je iemand naar mijn stijl vraagt.
Heb je bepaalde rituelen voor je start met werken?: 
De normale ochtendrituelen. Thee zetten is een hele belangrijke. Slokjes thee drinken tijdens het werk voedt mijn denk- en schetsproces, zo voelt het wel.
Werk je met een vaste structuur of laat je je leiden door inspiratie?: 
Gekke vraag. Vaste structuur en inspiratie zijn voor mij geen tegenstellingen. Ik werk op redelijk vaste uren omdat het mij rust geeft om de mentale creatieknop af te zetten. Anders loopt dat dag en nacht door, wat slopend is. Ik ben snel overprikkeld en heb snel last van ‘te veel’. Inspiratie vind ik vaak een overroepen woord. Ik heb het idee dat veel mensen denken dat ‘de kunstenaar’ (in welke discipline dan ook) door het leven huppelt en af en toe een flits van bovenaf over zich heen krijgt, onverwacht en per ongeluk. Alsof het zomaar ineens gebeurt. Het geluk hebben iets geweldigs te kunnen creëren hangt meer af van hard werken, veel proberen en op jezelf blijven duwen dan van het goddelijke geschenk dat inspiratie heet.
Ben je iemand van vele stappen en kladversies of balt je concentratie zich samen tot alles er in één keer uit komt?: 
Dat wisselt sterk en hangt af van het project. Soms maak ik honderd mentale schetsen en nog eens honderd op papier, voor ik iets uitwerk. Maar vaker wil ik een idee zo snel en spontaan mogelijk op papier zetten, voor het een flauw afkooksel wordt van een goede ingeving.
Niets lukt wat je ook probeert...wat doe je met zo’n verloren dag?: 
Gaan wandelen. Iets compleet anders doen, dan komt er vaak wel iets. Of blijven proberen, ook al is alles wat ik doe ‘net niet’. Zo’n dag is nooit verloren, want op de fundamenten van de mislukking wordt vaak iets goeds gebouwd. Uit mislukte illustraties neem ik ook bv. een onverwacht effect mee, een nieuwe manier om een materiaal te gebruiken, een kleurencombinatie die niet zo bedoeld was maar toch iets nieuws genereert…
Laat je je voor het creëren inspireren door andere bronnen (muziek, boeken, internet, kunst, tijdschriften..): 
Voor, tijdens, tussen, na… Als ik met een boek bezig ben is heel mijn omgeving in die sfeer gekleurd. Dan kan alles inspirerend zijn. De kleur van een rijhuis, de naam van iemand die ik ontmoet, de vorm van een vogel, de emoties in een gesprek…
Welk boek uit je kindertijd heeft het meeste indruk gemaakt?: 
De boeken van Astrid Lindgren.
Wat is jouw favoriete voorleesboek?: 
Momenteel lees ik mijn zoontje van zeven maanden graag voor uit de boeken van Riet Wille. Favoriete boeken golven mee met de tijd en veroveren een plekje in je lichaam.
Welk boek las je onlangs?: 
‘Willem wil wel slapen (maar hij durft niet)’ van Tim Gladdines en mijn getalenteerde collega Heike Sofia Villavicencio Rammeloo. En ‘Drive Your Plow Over the Bones of the Dead’ van Olga Tokarczuk.