Eend voor eend

Dit boek gaat over eenden, niet meer of minder dan dat. De verteller vertelt het verhaal in de ik-persoon, maar soms gaat dit ook over naar de jij-vorm. Het is het verslag van twee jaar observatie van de eenden die bij zijn huis wonen. Ze hebben elk hun eigenaardigheden en hij herkent ze aan wat ze doen, hoe ze zich gedragen en aan kleine verschillen in hun verentooi. Alle eenden die hij kent, geeft hij een naam en met bijzonder veel inlevingsvermogen beschrijft hij hun belevenissen, gevoelens, gedachten en gedragingen. Al snel ontdek je de parallellen met het leven van de mens. Ze eten, broeden, zwemmen, vliegen, spelen en paren. Er zijn jagers, ratten en roofvogels, maar verder lijkt alles om de liefde te draaien. Zo is er Jaap, de woerd die verliefd is op Gerdien. Gerdien droomt op haar beurt van verre reizen, avontuur en stoere mannetjes en niet van saaie, tamme eenden zoals Jaap. Maar de aanhouder wint, wordt er wel eens gezegd, en zo krijgen ze op een dag toch dertien kleine eendjes. Een heleboel andere eenden, waaronder Hendrik, Karel, en Hennie, komen aan bod en ook zijn hond Olle - die Guus Kuijer-fans dadelijk zullen herkennen uit het boek 'Olle' dat aan hem is gewijd - speelt hier en daar een rol.
Bijzonder goed geschreven in korte hoofdstukken met veel aandacht voor detail. Het verhaal is doorspekt met een heleboel weetjes over eenden, zonder dat het al te belerend wordt. De eenvoudige, wat ouderwets stijve illustraties zijn van de hand van Thé Tjong-Khing. Enige bedenking: dit is toch echt wel een boek voor een select publiek. Maar wie het gelezen heeft, zal nooit meer zonder aandacht aan een eend voorbijgaan.