De beer naar wammerswald

Fantasie, emotie, taalspelletjes en heel veel creativiteit. Dat zijn de belangrijkste ingrediënten van dit boek.

Fantasie: een onzeker kind van gescheiden ouders dat een beer naar huis brengt. Klinkt dit ongeloofwaardig genoeg? Prima! Want vanuit de fantasiewereld van Stefan Boonen kan dit verhaal toch tot leven komen. Dankzij directeur Salto van de firma Tweeboom, en met een beetje hulp van Marie (een heks?), speelt Jakob het toch klaar om een beer helemaal naar het Wammerswald te brengen. Reis voorzichtig, wees steeds vriendelijk en geef niet te snel op. Deze levenslessen leert Jakob van Salto tijdens zijn opdrachten. Dat is veel meer dan hij op school leert. Want ja, kinderen die meer leren in het echte leven dan op school ... die bestaan echt.

Emotie: die wordt vooral toegevoegd door de illustraties van Tom Schoonooghe. Met een paar lijnen schept hij een hele werkelijkheid, vol emoties. Soms lopen de illustraties door over een dubbele pagina, soms is er slechts een detail (een voet) te zien. Toch trekken deze illustraties je sowieso dieper het verhaal in. De blik van meneer Kiergiez, de conciërge die geen beer op het dak van zijn appartement apprecieert, tegenover de onverschilligheid van de beer zelf is best grappig. Tederheid kan je vinden in de tekening waarin Jakob op de rug van de beer zit. En let ook eens op de emoties van de mensen in het ziekenhuis.

Taalspelletjes: hierdoor verveelt het boek geen moment. Boonen schrijft meestal vanuit een alwetende verteller in de verleden tijd, maar soms komen we ook op een andere manier te weten wat er gebeurt. Zo lezen we stukjes uit het verslag van de treinconducteur, of laat de auteur de lezer zichzelf in de schoenen van Jakob plaatsen waarbij hij in de tegenwoordige tijd schrijft. Soms onderbreekt de schrijver zichzelf ook om meer informatie te geven. De benamingen van de problemen die de firma Tweeboom oplost zijn subliem. Zo is de beer ‘een overduidelijk geval van weemoed’ en treffen ze ook een vogel met ‘kooizucht’. Heel confronterend als volwassene is het ook om te lezen dat Jakobs vader enkel ‘tijd had voor dingen waar hij ongeduldig van wordt’. Wat helaas herkenbaar zal zijn voor veel jongeren.

Daarnaast wordt er veel gespeeld met het getal twee en geschreven met ‘+’-jes en pijltjes. Heerlijk voor jongeren om niet steeds doorlopende tekst te moeten lezen.

Creativiteit: hier val ik in herhaling. Zowel de illustraties van Schoonooghe als het verhaal van Boonen druipen van de creativiteit. Wanneer je erin slaagt om een verhaal dat zo doorspekt is met fantasie toch geloofwaardig te maken, dan getuigt dat van massa’s creativiteit. Of de emotionele problemen van Jakob nu echt zo’n prominente plaats moeten krijgen, is voor mij de vraag. De scheiding van zijn ouders voegt niet veel toe aan het verhaal. Feit is wel dat Jakob  sterker uit dit onwaarschijnlijke avontuur komt, en nu wel zijn negende school durft binnen te gaan.