Mario De Koninck

We kennen je allemaal als huiscartoonist van onder andere Metro en TeVe-blad. Nu waag je je aan het auteurschap. Een kinderboek meerbepaald. Waar in die branche de auteur ook vaak de tekeningen verzorgt, deed je dat hier niet. Waarom?
Ik wist al toen ik het verhaal schreef dat het smeekte om een andere illustratiestijl dan mijn cartoons. Het moest feeërieker zijn dan de eenvoudige klare lijn van mijn cartoons. Het eerste plan was dat ik zelf de illustraties zou maken. Ik ben een tekenkameleon en kan wel wat andere stijlen aannemen, maar ik botste tegen te realiteit: ik had te veel om handen en dus te weinig tijd om me ook nog eens toe te leggen op een andere, tijdrovende tekenstijl. Er waren dus twee opties: ofwel bleef het verhaal nog jarenlang aan de kant liggen, ofwel zocht ik een tekenaar. Het toeval heeft die zoektocht een handje geholpen. Illustrator Nikola IOA Hendrickx was de huiscartoonist van het Europees Cartoon Centrum in Kruishoutem van 2017. Het ECC vroeg me om Nikola als huiscartoonist op te volgen. Zo raakten we aan de praat. Ik kende zijn tekenwerk al, maar toen ook de tekenaar al bij al bleek mee te vallen (lacht), zijn we aan de slag gegaan.

Had je dit succes onderweg ergens zien komen?
Succes zie je zelden aankomen en je moet ook wérken om succes te bereiken. Promo voeren is minstens even belangrijk dan het boek maken. Ik drijf op enthousiasme en een goed buikgevoel. Ik wil dingen máken - cartoons, strips, verhalen, comedy - als ik er maar mijn humoristisch ei in kwijt kan. Bovendien vind ik het belangrijk dat ook kinderen opgroeien met een stevig gevoel voor humor. Hoe minder kinderen later uitgroeien tot zuurpruimen, hoe mooier de toekomst eruitziet.

Smaakt dit naar meer? Mogen we een vervolg verwachten?
Natúúrlijk! Ik werk aan een tweede deel van ‘De prinses die alles had’. Het doel is om een hele reeks te maken rond ‘De prinses die alles had’. In elk boek heeft ze – ondanks het feit of net dóór het feit dat ze alles heeft – een nieuw probleem. Dat probleem willen we ook elke keer maatschappelijk relevant maken. Het hedendaagse karakter willen we behouden.

Je kreeg het idee voor het verhaal na een gesprek met je dochters van zeven en tien. Ga je hen nu vaker inschakelen voor inspiratie? En wat vonden ze nu zelf van het resultaat?
Alles rondom mij is een bron van inspiratie. Mijn vrouw, mijn dochters, mijn vrienden, wat er gebeurt, rondom mij of in de wereld, er zijn zoveel impulsen dat ik 1.000 jaar kan worden en nog geen opgedroogde inspiratiebron zal zijn. Ik maak ook de autobiografische stripreeks Familie De Koninck waarin ik waargebeurde anekdotes en grappige uitspraken van mijn dochters verstrip, in mijn cartoons gebruik ik de actualiteit en binnenkort schrijf ik een fictieverhaal in een Frans dorpje waar mysterieuze dingen aan de hand zijn. Waarom ik dat laatste ga doen? Gewoon, omdat mijn dochter vroeg of ik geen spannend boek ken. Ik heb haar beloofd dat ik er zelf een ga schrijven.

Sta je er bewust bij stil dat tekeningen of verhalen de blik van een kind kunnen verruimen?: 
Zeker weten! Elk kind zou moeten opgevoed worden met een basispakket humor. Het zou zelfs een vak op school moeten zijn. Wat is humor? Hoe steekt dat ineen. Welke vormen van humor zijn er? Het maakt kinderen ad rem. En weerbaar naar de toekomst toe. Ook tekeningen en fantasie zijn verrijkend. Kinderen, en al zeker tieners, worden geboetseerd tot ‘grote mensen’. Ik zie veel ‘grote mensen’ in de ‘grotemensenwereld’ die heel serieus bezig zijn. Dan vraag ik me af: waar is het kind in jezelf gebleven?
Heb je bewust gekozen om voor kinderen te schrijven of tekenen of is dat eerder toevallig zo gekomen?: 
Alles komt toevallig bij mij. Een goed idee wijst zichzelf meestal in de goede richting. Bij ‘De prinses die alles had’ was het meteen duidelijk: dit wordt een kinderboek, maar dan wel een waar volwassenen ook plezier aan beleven.
Bekijk je je eigen werk vaak en kun je daar van genieten of zie je alleen wat beter kan?: 
Als een werk klaar is, dan herbekijk ik het bijna niet meer. Ik vergeet ook heel snel wat ik maakte omdat ik voortdurend bezig ben met wat ik nóg kan maken.
Hoe zou je je eigen werk omschrijven? Wat is het meest kenmerkend voor jouw stijl?: 
Humoristisch. Wat ik ook maak: er móet humor in. Zelfs als ik eten maak, steek ik er grapjes in.
Waarin onderscheidt jouw werk zich van anderen?: 
Op het vlak van kinderboeken: dat ik kinderen niet onderschat en me niet laat inperken door kinderlijk woordgebruik. Bij veel kinderboeken merk je echt: dit is voor kinderen. Maar kinderen begrijpen écht wel meer dan de meeste mensen (en vooral uitgevers) denken.
Wat is voor jou het mooiste compliment dat je kunt krijgen over je werk?: 
Dat ik kinderen die niet graag lezen aan het lezen heb gekregen met mijn boeken en strips. Vooral op mijn stripreeks Familie De Koninck kreeg ik al meermaals die reactie.
Wat is je volgende project?: 
Een vervolg op ‘De prinses die alles had’. Een fictieboek voor tieners. Album 5 van Familie De Koninck. Een debat voorbereiden over vrije meningsuiting. Een eindejaarsconférence maken tegen 15 december voor het Europees Cartoon Centrum. En mijn wekelijks cartoonopdrachten niet te vergeten natuurlijk.
Heb je bepaalde rituelen voor je start met werken?: 
Ik ga tien keer door mijn benen, doe een pirouette, buig eerbiedig mijn hoofd om de inspiratiegoden te bedanken en ga vervolgens aan mijn computer zitten. Serieus? Ik begin gewoon.
Laat je je voor het creëren inspireren door andere bronnen (muziek, boeken, internet, kunst, tijdschriften..): 
Ik werk het liefst in alle stilte, dus geen muziek of ander lawaai op de achtergrond. Boeken lees ik zelden. Internet gebruik ik vooral om me te informeren en op de hoogte te blijven van de actualiteit. Ik heb bewust geen smartphone. Als ik buitenkom, dan wil ik vooral rond mij kijken en niet kijken op een scherm.
Wat of wie zijn je grootste inspiratiebronnen?: 
Alles kan een inspiratiebron zijn. Een druppend kraantje in het toilet en ik begin al te fantaseren. Als we alle druppels van elk druppend kraantje in elk toilet zouden verzamelen, hoeveel kindjes in Afrika zouden we dan van water kunnen voorzien?
Welk boek uit je kindertijd heeft het meeste indruk gemaakt?: 
Ik las in boeken alleen het begin en het einde. Zo wist ik wat er gebeurde en hoe het afliep. Al de rest verzon ik erbij.