Een informatief pop-upboek, zo laat deze uitgave zich wellicht het beste omschrijven. Pop-upboeken oefenen op vrijwel alle kinderen - en laten we eerlijk zijn, ook op vele volwassenen - een bepaalde aantrekkingskracht uit. Het gaat dan vaak ook om pareltjes. Dat zouden we nu niet direct zeggen van dit boek, maar attractief is het zeker wel. Op zes dubbele pagina’s flappen de wilde dieren, zoals de olifant, de giraffe en de leeuw, je tegemoet. Geëindigd wordt er met een overzichtsplaat waarop de hele beestenboel te bewonderen valt. Leuk zijn de uitschuifplaten waarop wat nadere informatie staat over het desbetreffende beest. Waar ze leven, wat ze eten, wie hun vijanden zijn (afgezien van de mens dan …): op betrekkelijk weinig pagina’s krijg je toch een duidelijk beeld van de dieren en hun biotoop. Proefondervindelijk werd het bewezen: weetgierige neefjes weten dit soort boek best te smaken. Voor zowel de weetgierige neefjes als al diegenen die er niet genoeg van krijgen: in dezelfde reeks verschenen ook al delen over ‘dino’s’ en ‘ijsberen en pinguïns’.