Zondag

Gedurende een week, van zondag tot en met zondag, volg je Thomas, die spoedig een broertje of een zusje gaat krijgen en Ole, "niet de beste vriend van Thomas, eerder de slechtste". Ze praten over van alles tot Ole opmerkt dat Thomas' moeder toch een beetje dik geworden is. 'Dat is omdat ze een baby krijgt,' zegt Thomas. 'Aha', zei Ole, op een bijzondere manier. Wat bedoel je met aha?', vroeg Thomas. Dan zegt Ole: 'Je weet toch waarom mensen baby's krijgen?' 'Tuurlijk', zegt Thomas. Maar eigenlijk heeft hij geen idee. Deze conversatie zet Thomas aan het denken en leidt tot allerlei interpretaties en misverstanden in deze toch al verwarrende tijd voor een kleine jongen. Hij stelt de vraag aan mama waarom ze een een baby krijgen. Ze zijn het liefste, ze zijn roze, je kunt ze knuffelen en besnuffelen. Ze ruiken lekker, zegt papa. Thomas gaat zichzelf besnuffelen. Maar of hij lekker ruikt???
Met de opgedane wijsheid gaat hij op dinsdag weer naar Ole. Maar Ole beweert dat mensen nieuwe baby's krijgen als de oude baby groot en lelijk en lastig is geworden. En hij doet er nog een schep bovenop: "Jouw vader en moeder vinden jou niet schattig meer ... De liefde is op." Thomas sloft naar huis. Ondertussen bedenkt hij wat hij allemaal al kan en hij roept dat hij zijn kamer gaat opruimen. Hij schuift het hele rommeltje onder zijn bed. Hij probeert schattig te klinken en zegt dat hij zijn kamer heeft opgeruimd. Als mama en papa droog opmerken 'dat het tijd werd', stelt dat Thomas niet direct gerust. Hij gaat zijn handen wassen voor het eten. Maar eten gaat niet zo best. Alle pogingen om opnieuw in de gunst te komen voelen mislukt aan.
Op woensdag bedenkt Thomas een nieuw lijstje met wat hij allemaal al kan maar ook wat hij (nog) niet kan. Hij besluit dat hij tegen zo'n roze baby niet op kan. Al wat papa en mama zeggen, interpreteert hij nu nog meer verkeerd. In de supermarkt ondervraagt Thomas zijn vader over houden van en niet meer houden van en opnieuw houden van. Maar papa snapt niet waar hij naartoe wil.
Op donderdag troost Ole hem met "je kunt wel een plekje in het weeshuis krijgen of geadopteerd worden of verhuizen". Het maakt het voor Thomas alleen maar erger. Thomas zoekt zijn oude knuffelbeer om te zien of hij weer zo erg op hem gesteld kan zijn als vroeger.
Op vrijdag komt oma oppassen en dat is de geknipte persoon om uitleg aan te vragen. Hij vraagt van welke van haar drie kinderen ze het meest houdt. Van alle drie evenveel, zegt oma. Ze delen dus, vraagt Thomas. Oma zegt dat het niet echt delen is maar dat er steeds meer liefde bijkomt.
Op zaterdag gaat Ole nog een stapje verder als hij zegt dat zijn vader verhuisd is omdat hij niet meer van zijn vrouw hield. Dan vraagt Thomas of Ole denkt dat zijn vader nog van hem houdt en dan wordt Ole stil. Zijn papa en zijn nieuwe vriendin hebben net een baby gekregen. Nu is het Thomas' beurt om 'aha' te zeggen op een bijzondere manier.
Op zondag maakt Thomas een lijstje over alles wat hij weet over de liefde en houden van, maar dan mag hij bij mama en papa in bed en dan lijkt het of er misschien toch genoeg liefde zal zijn. "Zo leek het in elk geval wel. Nu. Op dit moment."
In dit boek worden op humoristische wijze de muizenissen van een kind van ongeveer vijf jaar getoond. Het kan verhelderend zijn voor kinderen maar het boek is zeker meer voor volwassenen. In de aanloop naar een bevalling hebben de oudere kinderen veel vragen en is extra aandacht zeker nodig. Ole is in feite een tragische figuur. Een mooi en ontroerend boek.