Zijdeman

'Hij vertrok naar het Verre Oosten om zijde te kopen en kwam nooit meer terug'. Dat is wat een voorouder van de auteur zou overkomen zijn omstreeks 1750. De vader van Camille en Louis is zijdehandelaar en heeft een weefatelier in Parijs. Om aan zijde te komen moet hij naar het zuiden van Frankrijk of naar het Verre Oosten. Dat laatste heeft hij al een keer gedaan maar het is een reis van maanden. Hij wil het nog één keer overdoen. De familie wacht weken, maanden ... maar van hun man en vader horen ze nooit meer iets. Het verhaal over de ontreddering en het bang afwachten en nadien de draad weer opnemen wordt om de beurt gedaan door zijn kinderen. Louis (tien jaar) is de jongste, hij is een dromer en heeft een plan. Hij wil zelf zijderupsen kweken uit de eitjes die zijn vader van zijn laatste reis naar Zuid- Frankrijk meebracht. Op die manier wil hij lange reizen overbodig maken. Camille is vijftien jaar, zij is een doener en ze houdt met haar moeder de weverij en de winkel draaiende. De familie is welstellend. Maar in 1750 onder Louis XV zijn vele Parijzenaars dat niet. Er gaan geruchten dat de politie straatkinderen ontvoert en dat ze gedeporteerd worden naar de nieuw verworven overzeese gebieden. Her en der onstaan volksopstanden in de armenwijken van de stad. Ook Louis wordt opgepakt als hij bladeren van de moerbeiboom gaat halen voor zijn rupsen. Camille stelt alles in het werk om haar broer terug te krijgen. Ze wordt daarbij geholpen door haar aanbidder, Sebastien. Door losgeld te betalen krijgen ze Louis uit de gevangenis. Ondertussen lijkt het kweken van de rupsen aardig te lukken en aan het eind gaat het erop lijken dat Louis zal slagen.
De stukjes waarin Louis aan het woord is, zijn kort en in een ander lettertype dan de stukjes van Camille, die ook langer zijn. Het familiedrama wordt verteld tegen de achtergrond van een onrustig Parijs, de verre voorbode van de grote revolutie. Door de experimenten van Louis leer je ook hoe zijderupsen gekweekt worden. De kinderontvoeringen hebben werkelijk plaats gehad. De politieagenten kregen een premie voor elk opgeruimd straatkind. Na de volksopstand waaraan niet alleen het plebs deelnam, werden drie mannen van lagere stand ter dood veroordeeld. 'Gegoede burgers, ambachtslui en aristocraten werden ongemoeid gelaten. "We waren gezuiverd van elke schuld ... Vrijheid kon onnoemelijk wrang smaken", besluit Camille.
Een boeiend historisch verhaal dat tragiek en romantiek mooi weet te verzoenen. De illustraties zijn echter somber, onduidelijk en niet aantrekkelijk.