Zie jij wat ik zie?

De kat, het paard, de stier, de mol en de kameleon spelen kaart in een tuin. De hond is de ober. Plots worden ze opgeschrikt door een luide knal. Alleen de kameleon heeft niets gehoord. De kat gaat als eerste over de muur kijken. En dan zie je hoe de kat de werkelijkheid ziet: katten hebben een gezichtshoek van 280° (de mens 180°), ze zien geen rood, wel blauwe en groene tinten en ze zijn verziend. Deze uitleg staat bij de prent. De kat vertelt de anderen wat ze gezien heeft. Dan kijkt het paard, en daarna de stier en de mol. En de kameleon compenseert zijn doofheid handig want hij kan zien wat er achter zijn rug gebeurt: ze spelen vals! Ieder dier heeft zijn eigen, vertekend beeld van de werkelijkheid gegeven; je ziet ook wat het dier in kwestie ziet en er wordt telkens informatie bij gegeven. Dan komt de olifant die hen uitnodigt voor een circusvoorstelling want de knal kwam door de aap die door een trommel viel. Dit is een origineel boek over zien en interpreteren. Het kan aanleiding geven tot waarnemingsspelletjes of tot opzoeken hoe en wat andere dieren zien of niet zien. Maar het is ook gewoon leuk voor kinderen om het zelf of samen met een volwassene te lezen, met oog voor alle details. Zo zijn de dieren heel grappig in mensenkleren gestoken (het paard in een jurk!) en komt de hond na de knal niet meer onder de tafel vandaan. De conversatie tussen de dieren wordt in tekstballonnetjes weergegeven. Een fascinerend prentenboek en je steekt er nog iets van op ook!