Flonzie is een schattig monstertje dat houdt van snoepen en sporten, maar een hekel heeft aan opruimen. Tijdens een avondwandeling door de stad ziet hij een jongen die zijn kamer netjes op orde zet. En hij lijkt er gek genoeg nog plezier in te hebben ook! Flonzie komt te weten dat het jongetje (Jimmy genaamd) opruimt om zo het Schrokopmonster te slim af te zijn. Hij bergt al zijn spulletjes op, want het monster verorbert alles wat 's avonds nog rondslingert. In één hap! Zelfs het speelgoed staat te bibberen uit schrik om verslonden te worden ... Het maakt voor het Schrokopmonster trouwens helemaal niet uit of de rommel van volwassenen, kinderen of zelfs monstertjes is. Dus misschien is het geen slecht idee dat Flonzie in zijn eigen slaapkamer actie onderneemt ...

Dit verhaal volgt "Zelfs monsters poetsen hun tanden" op van dezelfde auteur en illustrator. Ik verwacht een verdere uitbreiding van de reeks met allerhande problemen uit het leven van ouders met jonge kinderen. 

Het boek is voor het grootste gedeelte fantasierijk. De illustraties van Flonzie en het Schrokopmonster zijn stoer en grappig, die van Jimmy zijn jammer genoeg heel wat braver. Dit versterkt het gevoel van "het belerend vingertje".