Zeemeermeisje

Miki woont met haar ouders in een plattelandsstadje waar het leven overzichtelijk en met regelmaat verloopt. Haar leven wordt op zijn kop gezet wanneer ze met haar vader een oud pand intrekt, boven een café, in een typisch Amsterdamse buurt. Dat heeft alles te maken met haar moeder, die na vele jaren van een regelmatig leven en werken met haar B&B, zo nodig op reis moet gaan. Haar vader herbeleeft in de volkse wijk zijn studententijd en Miki vindt al die veranderingen maar niks. In het oude pand wordt ze 's nachts opgeschrikt door geluiden boven haar: ze vraagt zich bang af wie er op de zolder verblijft. Op het dak ontmoet ze een oude vrouw met haar hond. Chris leeft al jaren op het dak. Ze heeft er een shelter gemaakt met alle bruikbare spullen die ze vond tijdens haar nachtelijke tochten door Amsterdam. Chris moet nog iets belangrijks doen in haar leven. Miki is nog nooit nodig geweest, dus besluit ze Chris te helpen en het ongekende diepe in te duikelen.

Het ontroert hoe het meisje met een open blik alles in zich opneemt en in niets vooringenomen is. Zo is er een prachtige passage beschreven waarin ze een landloper helpt die als de dood is voor de stadsduiven die te dicht in zijn buurt komen. Op een kinderlijke wijze repliceert Miki wat er zich afspeelt bij de volwassenen, maar oh zo raak! Ze neutraliseert frappant het gedrag van de volwassenen en kijkt heel matuur naar haar omgeving, en in het bijzonder haar vader.

Jowi Schmitz schrijft heel bijzonder, in één originele zin schept ze gevat hoe mensen zich gedragen, zoals “Hij praat door alles heen wat stil is” wanneer de vader geen oog heeft voor hoe moeilijk zijn dochter het heeft met alle veranderingen. Ze beschrijft hem als een “vastzitter”of is hij een “hipper”. Alleszins vindt Miki dat beide versies van het leven niet samengaan, ze vat het samen in één gedachte: “modderig”. Jowi Schmitz' schrijfstijl is net als een impressionistisch schilderij met vele natte penseeltoetsen: in heel eenvoudige zinnetjes schetst Jowi verdiepende impressies. Zoals de situatie waarbij Chris haast volledig blind is “Zou ze me zien? Of ziet ze alleen een vlek? Ze ziet me, dat weet ik zeker. Er zijn gewoon heel veel vormen van kijken.” Ze brengt een prachtige dialectiek met fijne humor tussen het meisje en de volwassenen.

De lezer bevindt zich volop in vele verhalen over Miki, die vlinders in haar buik krijgt, over haar ouders die even "total loss zijn" en dat er iets met Chris moet gebeuren. Dat alles in een prachtig sfeerbeeld over het echte Amsterdam.