Ze kwamen ons halen

Het is zondag 17 september 1944 als twee Engelse vliegtuigen laag boven Amersfoort vliegen. Is dit het begin van het einde? Komen ze Nederland bevrijden? De hoop die de familie Rijper heeft, wordt snel de kop ingedrukt. Want enkele maanden later worden ze verraden op basis van verzetswerk. Landwachters – helpers van de Duitsers – dringen hun huis binnen, arresteren de hele familie en brengen hen naar Kamp Amersfoort. Daar worden ze in verschillende cellen opgesloten en breken lange, bange maanden aan.

Het eerste deel Oorlogsgeheimen schetst een beeld van een diepgelovige familie, vader Sjouke Rijper is een gerespecteerd predikant. Het vertrouwen dat hij uitstraalt, heeft een invloed op de wijze waarop de kinderen, zelfs in de moeilijkste omstandigheden, kracht blijven putten uit hun geloof. Dat gegeven bepaalt mee de ondertoon van het verhaal. Door de belevenissen te vertellen vanuit het standpunt van de drie jongste kinderen, Theo, Henk en Johan bouwt het zich langzaam op. De jongens vermoeden dat hun oudere broers en de man die bij hen onderduikt verzetswerk doen. Maar wat dat juist inhoudt, wordt niet uitgediept. Doordat Henk en Theo te jong zijn om aangehouden te blijven, verlaten ze vrij snel het kamp. Tot het moment waarop ook hun moeder en zussen weer vrij zijn, verblijven ze bij een welgestelde familie. Johan, die bijna 18 is, blijft opgesloten. Zijn verhaal belicht vooral in het tweede deel, Kamp Amersfoort, de gruwelijke wijze waarop de Duitsers en landwachters mensonterend handelen. Naast de wreedheden is er gelukkig ook de aandacht en zorg die hij van de kampdokter krijgt waardoor hij aan een slechte afloop ontsnapt. Het derde deel, De weg naar het einde, brengt het definitieve einde van de oorlog in beeld. Voor wie er overblijft van de familie Rijper is niets nog hetzelfde. Maar ze blijven geloven in wat goed en juist is, want het leven gaat door.

In haar nawoord licht de auteur toe hoe ze tewerk is gegaan en hoe het met de overgebleven gezinsleden van de familie is vergaan. Die aanvulling benadrukt het risico dat verzetsmensen en hun familie liepen in de Tweede Wereldoorlog.

Martine Letterie schreef dit boek in opdracht van Nationaal Monument Kamp Amersfoort, een kamp waar, zoals recent onderzoek aanwees, veel meer kinderen verbleven dan eerder was aangenomen. Zoals we van haar gewend zijn, ging er een uitgebreid onderzoek aan het schrijven vooraf. Ze verdiepte zich in de familie Rijper en maakte gebruik van historische gegevens over de kampen en over de wijze waarop Duitsers en landwachters er heersten. De resultaten van het onderzoek leveren, in combinatie met haar beschrijvende vertelstijl, een verhaal op dat jonge lezers doorheen drie delen meevoert in een werkelijkheid die ze niet van nabij hebben gekend.