Wolfje

Wolfje loopt een beetje verloren. Ze was nog heel klein toen haar vader stierf en ze heeft weinig herinneringen aan hem. Haar moeder blijft verstrikt in haar verdriet. Wolfje wordt aan haar lot overgelaten. Haar moeder vindt dat Wolfje oud genoeg is om zelf een jas te kopen. Ze stuurt Wolfje alleen op pad met honderd euro. Tijdens haar zoektocht maakt Wolfje kennis met Rooie, een zwerver met wilde rode haren, die op zijn matras bij het marktplein leeft. Rooie lijkt in het begin nogal afstandelijk, maar al gauw blijkt hij heel mooie verhalen te kunnen vertellen. Hij heeft heel veel dorst en Wolfje besteedt haar geld voor de jas aan drank en eten voor Rooie. Wanneer haar mama dit ontdekt, is ze heel boos. Samen met Rooie besluit Wolfje het geld terug te verdienen door te bedelen. Ze vertelt net zoals Rooie boeiende, geloofwaardige verhalen. Wanneer haar mama per toeval Rooie ontmoet, kan ze dankzij hem haar verdriet stilaan verwerken. Ook Wolfje leert voor het eerst te wenen om het verlies van haar papa.
Dit boek boeit tot de laatste bladzijde. De mooie, duidelijke illustraties helpen je om je een beeld te vormen van de personages.  Wolfje leeft in haar eigen wereldje. Wanneer ze de zwerver Rooie leert kennen, raakt ze verslingerd aan zijn verhalen. Wolfje let wel op want Rooie wordt niet graag gezien door de buurt. Haar klasgenootje zou wel eens aan haar moeder kunnen verttellen in wiens gezelschap de laatste tijd gezien wordt.
Het is een mooi verhaal waarin de bijzondere vriendschap centraal staat. Rooie kijkt uit naar de bezoekjes van Wolfje. Wanneer hij op een koude winterdag naar Spanje is vertrokken zonder afscheid te nemen, is Wolfje heel verdrietig.  Maar Rooie heeft iets achtergelaten...