Witte kraanvogel boven Tibet

De vijftienjarige Sonam woont met haar ouders in Lhasa, de hoofdstad van Tibet. Vermits haar ouders voor de Chinese autoriteiten risico- personen zijn (haar vader was regeringsambtenaar tot 1959 en haar moeder is een rechtstreekse afstammelinge van de tiende Dalai Lama), mag Sonam niet verderstuderen. Tibetanen krijgen immers weinig ontwikkelingskansen. Haar ouders willen dat ze naar Nepal vlucht. Ze twijfelt. Als ze samen met Osher, de zoon van een belangrijke Khampa (Tibetaans nomadenvolk dat de Chinese overheersing bestrijdt) probeert de abt van een klooster te waarschuwen, komen ze te laat. Na de actie van het leger, waarbij het hele klooster verwoest wordt en alle monniken worden gedood, komt ze midden in een volksopstand terecht. Anna, een dochter van een Zweedse diplomaat, filmt alles. Vlak voor haar bagage doorzocht wordt, geeft Anna de film door aan Sonam. Tijdens de opstand raakt Sonams moeder zwaargewond. De familie vlucht naar een geheim klooster in bergen. Vandaaruit trekken Sonam en Osher over de Himalaya, op weg naar Nepal. Gaandeweg worden Sonam en Osher op elkaar verliefd. Enkel Sonam slaagt erin Nepal te bereiken. Ze bereikt de Zweedse ambassade in Katmandu, waar Anna ervoor zorgt dat de video over de bloedige repressie door de Chinezen de wereld wordt rondgestuurd. Dit is een spannend en aangrijpend verhaal, vlot geschreven, met korte hoofdstukjes in een toegankelijke taal. Sonam vertelt het zelf, in de ik-persoon, zodat je er als lezer direct bij betrokken raakt. Je voelt het verdriet van Sonam over de vernietiging van haar land en zijn cultuur, over het onrecht dat de Chinezen de Tibetanen aandoen. De wereld moet dit weten, daar wil ze alles voor opofferen, zelfs de liefde. De auteur heeft zich grondig gedocumenteerd: ze weet duidelijk heel veel over Tibet, zijn cultuur en zijn schitterende landschappen. Ze verwerkt al die kennis in de gebeurtenissen, maar soms is dat zo dominant dat je het idee hebt een reisgids te lezen. Bovendien is de boodschap wel erg nadrukkelijk aanwezig, al kan het onrecht dat China Tibet aandoet niet genoeg onderstreept worden. Dit boek verscheen voor het eerst in 1999 en heeft nog niets van zijn kracht verloren. Met de Olympische Spelen in China in 2008 in het achterhoofd, is het thema weer brandend actueel.