Wilma Wonder

En de duif

Het gaat hier om het derde deel van de razend populaire reeks van Wilma Wonder-boeken, met voorgangers Wilma Wonder en Wilma Wonder en de tak. Het is ondertussen de vierde samenwerking tussen auteur Hanne Luyten en Noëmie Willemen, die sinds hun debuutsamenwerking Het huis met de gele deur de kinderboekenwereld weer heel wat diverser maakten.

Dat is voor Wilma Wonder en de duif niet anders. De hoofdpersonages uit het boek zijn nog steeds Wilma en haar vriendjes Mo, Noor, Pablo, Sky en Pam, waarbij de diversiteit in deze vriendengroep een zalige vanzelfsprekendheid is. De groep zorgde voor mij echter in het begin wel even voor wat verwarring: wie is wie exact? Misschien ken je de personages beter wanneer je hun avonturen al sinds het eerste boek volgt, maar ik ben toch wel echt op zoek moeten gaan naar bijvoorbeeld Wilma, naar wie de reeks vernoemd is.

De reeks Wilma Wonder trekt resoluut de kaart van het fantasiespel. In dit verhaal is de aanleiding de ontdekking van een jonge duif naast het speelplein. Ze willen haar een bed en huis bouwen, een worm voederen die al sinds pagina één nietsvermoedend en onschuldig over het speelplein kronkelt, en leren vliegen. Elk op hun eigen manier. De een bindt een ballon rond zijn middel, de anders gebruikt pizzadozen als vleugels. Dan zitten ze samen in een zeppelin en ontmoeten een draak, maar in hun fantasiespel vergeten ze één aanwezige helemaal: de duif. Die is op geen enkele manier ergens verder ergens te bekennen in het verhaal, ook niet in de tekeningen, en dat is zeer jammer. Pas wanneer ze opschrikt wordt door de val van de vrienden, duikt het duifje opnieuw op en na wat aanmoediging slaagt ze erin om weg te vliegen. Bovendien is dat het enige punt in het verhaal waar er echt sprake is van fantasie. Voor een reeks die daarrond zou moeten draaien, is dat vreemd.

Ik was vroeger een van die kleuters die een weerloos vogeltje wilde vinden en opvoeden. Misschien was ik daarom in het begin zo enthousiast en aan het einde minder? De tekeningen zijn leuk, het verhaal is leuk, het rijm is leuk (en hier en daar wat vergezocht), de thema’s zijn leuk, maar het verhaal maakt me niet warm. Toch niet zo warm als de gedachte aan het opvoeden van een klein en weerloos duifje.