Wilma Wonder

en de tak

We leerden Wilma en haar vriendjes al kennen in een eerder boek; een zeer divers gezelschap dat inclusie-gewijs goed gekozen is. Een plakker op het oog, verschillende huidskleuren, een rolstoel … allemaal de normaalste zaak van de wereld en niemand maalt erom.

De zes kinderen vervelen zich te pletter, tot een “stomme” tak hun fantasie prikkelt. De verveling maakt plaats voor fantasierijke spelletjes waarbij ze zonder het te beseffen de tak niet meer nodig hebben. Wanneer ze in de smiezen krijgen dat de tak weg is, slaat de sfeer even terug om. Gelukkig vinden ze net op tijd een steen waarmee ze gezellig samen zullen spelen – of gooit bedtijd nu roet in het eten?

Leuk dat de kinderen van 'niks' toch iets fijn kunnen maken maar helaas vind ik zowel illustraties als verhaal een stuk minder geslaagd dan het eerste deel. De gevoelens (zowel verveling als enthousiasme) worden in mijn ogen te overdreven voorgesteld. De humor zoeken door 'vieze' woorden als snot, keutels en scheetjes toe te voegen, lijkt me ook wat te gemakkelijk – al zullen kleuters er waarschijnlijk niet rouwig om zijn. Het kleurgebruik en de illustraties spreken me niet  aan. Ook al is het een kleuterboek, ik miste wat geloofwaardigheid.

De tekst staat op rijm, wat bijdraagt tot makkelijk voorlezen. Maar wanneer het rijmen om te rijmen wordt, zou ik toch kiezen voor een 'gewoon' verhaal. Ook de cadans klopte hier en daar niet.

Wat er met de tak gebeurd is, wordt niet vermeld maar is wel duidelijk voor de alerte kleuters die ook naar de binnenkant van de kaft kijken en helemaal tot de laatste bladzijde doorbladeren. Verrassingen als die zijn wel altijd leuk, vind ik.

Het verhaal is voor mij een oké tussendoortje dat wel voor herkenbaarheid bij kleuters kan zorgen. Helaas niet meer dan dat.