Willemijn wil een superboom

Dit is een piepklein boekje over kerst. Het gaat over de muis Willemijn die een mooie kerstboom wil. De plastic kerstboom is wat vergeeld. Samen met de poes kan ze in het bos een mooie boom vinden. Die willen ze naar huis brengen. Onderweg komen ze nog een wrattenzwijn tegen voor wie ze een bedje bouwen en een boskonijntje die ze de top van hun boom cadeau doen. Dan komen ze een verkouden vos tegen. Die moet zo hard niezen dat alle naalden van de boom vliegen. De superboom van Willemijn is kaal. Mama besluit dan toch maar de plastic kerstboom te zetten. Gelukkig komen Willemijns nieuwe vrienden langs met heel wat versiering, zodat de boom toch een superboom wordt.
Het verhaaltje is erg rommelig en zwak omdat er lukraak personages bij betrokken worden om het toch nog wat volume te geven. Het is bijvoorbeeld niet duidelijk waarom het zwijntje nu per se een bed wil. Hij lag te verkleumen in een holletje, maar het takkenbed van Willemijn ziet er niet veel warmer uit.
Ook het woordgebruik is vreemd. Er was wat bochtenwerk nodig om de twee laatste van de vier zinnetjes op elke dubbele pagina te laten rijmen. Maar ook wanneer het niet rijmt, zijn er woorden gekozen die voor Vlaamse kinderen niet voor de hand liggend zijn. Zo is de kerstboom “vergeeld en sneu”.
De tekeningen zijn niet erg logisch. Ze ondersteunen wel het verhaal, maar de verhoudingen kloppen niet. Zo is muis Willemijn groter dan de poes en bijna even groot als het zwijn. Bovendien bevatten ze weinig details. Dit is géén superboekje.