Wij leugenaars

De zeventienjarige Cadence, oudste kleindochter van de machtige familie Sinclair, lijdt aan geheugenverlies en heeft regelmatig migraineaanvallen. Na een zomer afwezig te zijn geweest, keert ze nu terug naar het privé-eiland waar haar familie elk jaar de zomer doorbrengt. Haar opa, een pater familias die vasthoudt aan elitaire waarden en oude tradities, regeert het eiland als een dictator. Dit jaar is alles anders en Cadence gaat op zoek bij haar vrienden, familieleden en in haar geheugen om zich te herinneren wat er twee jaar geleden tijdens de zomer van haar ongeluk, op het eiland is gebeurd. Alle andere zomers waren vol plezier en genieten met haar lievelingsneef Johnny en -nicht Mirren en haar liefde voor buitenstaander Gat. Een voor een herbeleeft ze de vakanties in haar gedachten en merk je hoe de kinderen langzaam veranderen en volwassener worden. Het wordt een emotionele tocht, waarbij zowel voor Cadence als voor de lezer de gruwelijke waarheid langzaam maar zeker komt bovendrijven.
Cadence vertelt het verhaal in de ik-persoon. Daardoor heb je als lezer direct toegang tot haar gevoelens en gedachten, maar ben je even gehandicapt als zij door haar selectieve geheugenverlies als het aankomt op het achterhalen van de waarheid. Al snel begrijp je dat er iets niet klopt, maar je kunt er de vinger niet opleggen. Een beklemmend onderhuids gevoel van onheil sluimert doorheen het boek, versterkt door een web van geheimen, leugens en schone schijn die rond de invloedrijke, maar verarmde familie Sinclair hangen. In hun drang verandering te brengen in de complexe familiegeschiedenis van hebzucht en jaloezie, zijn de kinderen zowel aanleiding als slachtoffer van de traumatische gebeurtenissen die overtreffen wat je zelf maar had kunnen verzinnen. Aangrijpend, vlot lezend boek vol intriges met een aparte opbouw, een onvoorspelbare plot, een schokkende climax en een opmerkelijke titel.