Wiebelende woorden

In Wiebelende woorden spreekt een kind, waarvan we niet weten of het een jongen of een meisje is, de enorme wens uit om een boek te lezen. Het kind wil heel graag ontdekken hoe het verhaal eindigt, maar telkens wanneer het probeert te lezen, beginnen de woorden te waggelen en te wiebelen en alle kanten op te dansen. Dat maakt het lezen moeilijk, soms zelfs ontmoedigend! Toch geeft het kind niet op. Bij elke nieuwe poging kijkt het terug op tegen een hoge 'letterberg' die beklommen moet worden. Die berg lijkt eerst alleen maar lastig en groot. Maar langzaam verandert er iets ... Tussen de wiebelende woorden ontdekt het kind ook verrassende vormen en creatieve mogelijkheden. De obstakels worden kleine ontdekkingen. Wat eerst enkel zwaar voelde, blijkt nu ook een bron van verbeelding en kracht te zijn. 
Met volharding, nieuwsgierigheid en een groeiend vertrouwen zet het kind stap voor stap door. Waar deze reis zal eindigen blijft spannend ... maar één ding is duidelijk: elk wiebelend woord brengt het kind verder dan het ooit had gedacht. 

Dit verhaal is niet een willekeurig fantasieverhaal, maar een weergave van hoe lezen voor kinderen met leesmoeilijkheden of dyslexie kan voelen. In een begeleidende verklaring, achteraan in het boek, geeft de auteur toe dat ze zelf dyslectisch is, en dat het boek een eerlijke poging is om te tonen hoe moeilijk, maar tegelijk ook hoe creatief en hoopvol lezen kan zijn. 
Het thema is waardevol: het helpt kinderen en volwassenen empathie te hebben voor wie moeite heeft met lezen en het maakt duidelijk dat leesmoeilijkheden niet betekenen dat verbeelding, intelligentie of doorzettingsvermogen ontbreken. Het kind in het verhaal leert op eigen tempo, met vallen en opstaan, en ontdekt dat letters ook vormen, beelden of nieuwe werelden kunnen worden. Daarmee is het boek een krachtig en troostrijk statement: lezen is niet per se rechtlijnig, en worstelen met letters mag en kan uitgroeien tot iets moois.

Visueel is het een indrukwekkend boek waarin een twee-kleurige palet (blauw en rood, contrasterende kleuren) tegen zachte 'dyslexievriendelijke' achtergronden gebruikt. Die kleurkeuze, samen met de illustraties, versterkt de emotie: de letters lijken te wiebelen, de chaos wordt zichtbaar, bijna tastbaar.
De illustraties slagen erin zowel verwarring als hoop te tonen. In de momenten van frustratie zie je het kind wanhopen, boos of verdrietig zijn. De letterberg toornt hoog op. Maar wanneer de doorbraak komt, transformeren letters in vlinders, bloemen ... en wordt de pagina rustiger, vriendelijker. Die metamorfose is erg krachtig en symboliseert hoe woorden voor kinderen met dyslexie stap voor stap betekenis kunnen krijgen. Bovendien is het lettertype bewust gekozen om leesvriendelijk te zijn, welk een belangrijk detail is voor wie worstelt met lezen.

Qua lay-out en beeld-tekstcombinatie is het boek slim opgebouwd. De tekst is sober en poëtisch, de beelden spreken krachtiger dan een overvloed aan tekst ooit zou kunnen. Daardoor wordt de emotie, verwarring, frustratie, maar ook hoop en verwondering, puur en direct overgebracht. 
Het is dus geen "gewoon" prentenboek maar een visuele en emotionele ervaring. Het slaagt erin om iets wat doorgaans onzichtbaar is zichtbaar en tastbaar te maken. Worstelen met letters is niet hetzelfde als gebrek aan intelligentie of verbeelding. Juist het tegenovergestelde kan waar zijn. Het straalt hoop, creativiteit en eigenwaarde uit. Een prachtig prentenboek met een mooie boodschap.