Web van Inkt

In ‘Web van Inkt’, het tweede deel van Cornelia Funkes Inkt- trilogie, begint het avontuur pas echt. Dit keer duiken we in de wereld van ‘Hart van Inkt’ en volgen we Meggie en Co in de middeleeuwse wereld van Fenoglio, de auteur van ‘Hart van Inkt’, waar niets is zoals wij dat kennen. Je hoeft het eerste deel niet per se gelezen te hebben, maar het is toch wel moeilijk als je het eerste deel niet kent. Stofvinger heeft eindelijk iemand gevonden die hem kan teruglezen naar de wereld van ‘Hart van Inkt’, een wereld van waaruit Mo, de vader van Meggie, hem naar hier gelezen heeft. Maar hij trapt hierbij in de val van Basta, één van de slechteriken uit deel 1. Farid, een jongen uit Duizend-en-één-nacht, blijft ongewild alleen achter. Hij gaat op zoek naar Meggie, die nu, één jaar later, samen met Mo en Resa bij tante Elinor woont. Meggie is nog altijd gefascineerd door de wereld die in Hart van Inkt beschreven wordt, en leest zichzelf, samen met Farid, het boek in, om Stofvinger voor Basta te waarschuwen. De auteur Fenoglio, die op het einde van het eerste deel in het boek verdween, moet haar terugschrijven. En dat is het begin van een daverend avontuur. De wereld van Fenoglio is een plaats zonder erbarmen, die met hoofse romantiek weinig van doen heeft. Hij beschrijft de levensomstandigheden van de middeleeuwse mens uiterst nauwgezet, zonder franje. En die wereld is vrij donker: de spekvorst treurt om de dood van zijn zoon, Adderkop wil niets liever dan de hele wereld overheersen. En de gewone mens is zoals zo vaak de dupe van de zaak. Ook Mo en Resa duiken op in het boek. Met vereende krachten, maar vanuit verschillende verhaallijnen proberen ze het verhaal van Fenoglio weer op het goede spoor te krijgen. Maar uiteindelijk is het toch de schrijver die aan het langste eind trekt. Of toch niet helemaal? Meer nog dan in deel 1 gaat het hier over de macht van de schrijver, die zonder scrupules zijn personages beheerst. Dit komt zeer goed tot uiting in de figuur van Fenoglio, die in het verhaal nog steeds het verhaal wil sturen. Maar ook andere personages hebben aan belang gewonnen: Stofvinger is veruit de belangrijkste figuur, die bovendien heel diepgaand beschreven wordt. Ook Farid, getekend door zijn onvoorwaardelijke trouw aan Stofvinger, speelt een heel belangrijke rol. En Mo maakt een enorme evolutie door. Het verhaal is veel te complex om in een paar lijnen samen te vatten. Maar de auteur slaagt er wel in om de vele verhaallijnen te laten samenkomen in een coherent, maar open einde. Net zoals in het eerste deel, begint ook hier weer elk hoofdstuk met een citaat. Hieruit blijkt een zeer grote liefde voor boeken, en het laat kinderen begrijpen dat de wereld van papier en inkt echte schatten kan openbaren. Daarnaast wordt ook de middeleeuwse miniatuurkunst op een indrukwekkende manier beschreven. Kortom, dit is een spannend, goed verteld boek, van een imposante omvang (misschien wel het enige minpunt). Cornelia Funke vertelt met veel zin voor fantasie en originaliteit het verhaal van haar eigen boekenwereld, een wereld vol geweld en gruwelijkheid. En daar staat weinig positiefs tegenover. Maar dat komt misschien wel in deel 3.