We gaan alle dieren tellen

Dit nieuwe telboek van Zwijsen vertelt het verhaal van een jongen die niet slapen kan. De buurman speelt trompet en mama vraagt hem of het wat zachter kan. Ook tellen helpt, volgens mama, en dat doet hij dan maar. De jongen telt, geen schaapjes, maar allemaal verschillende dieren: tien dieren die gekke dingen doen. 'Elf' zijn zijn buren waaronder de trompet spelende buurman. Het verhaal is ook op muziek gezet. De gezongen tekst komt niet altijd woordelijk overeen met de geschreven tekst, wat vervelend is voor meezingende voorlezers. De dieren zijn fantasievol en zeer kleurrijk afgebeeld; de begeleidende tekst is op rijm. Elk getal kreeg een achtergrondkleur die vaak ook verband houdt met het dier (kikkers: groen, egels: bruin) of diens omgeving. Ook de tekst werd steeds in die kleur gedrukt zodat het geheel heel kleurrijk oogt. De liedjes op de cd zijn duidelijk gezongen, met een typisch eenvoudig melodietje. De Hollandse toets die je vaak vindt bij Zwijsen is kenmerkend (pluutjes, Driehuis, kouwe thee), maar dit zijn veel kinderen ondertussen gewend geraakt op school. Aardig telboekje dat sommige kinderen graag ter hand zullen nemen om het tellen te oefenen, maar ook niet meer dan dat.