Wat zit er in die dikke buik?
‘Wat zit er in die dikke buik?’ vraagt het kleine meisje op elke dubbele bladzijde zich af. Links zie je een aantal suggesties en de rechterkant biedt telkens een mooi groot beeld van de eigenaar van die dikke buik. De suggesties stemmen tot nadenken en dat geldt zeker voor het eerste fragment. Want dat een poes een muis lust, ligt voor de hand. Maar eet ze ook slagroomsoesjes, taartjes of spinnen? Onder het flapje op haar dikke buik ligt het antwoord verstopt. En nee, het is geen rups noch een dikke bromvlieg maar wel een vanzelfsprekend klein poesje. Eens de te volgen denkrichting bekend is, wordt het voor jonge kijkers snel duidelijk wie of wat er in de zes volgende buiken van de kleurrijke figuren verscholen zit. De laatste bladzijden sluiten af met mama’s dikke buik. Daarin zat geen lammetje, geen langpootmug, geen meesje en geen musje maar wel een lief klein baby’tje dat zegt nu wil ik wel een kusje. Dit eenvoudig maar swingend versje maakt het geheel helemaal af.
Met z’n stevige cover, heldere illustraties en inspirerende raadsels nodigt dit kleurrijk flapjesboek jonge peuters uit tot nadenken. Gelijktijdig biedt het ook een speelse uitnodiging om de komst van een broertje of zusje aan te kondigen.