Wat je ziet, zit in je hoofd

De 100 mooiste kindergedichten van nu

Zo om de tien jaar brengt Jan van Coillie een bloemlezing van gedichten voor kinderen uit het voorbije decennium. De selectiecriteria die hij daarbij hanteert, zijn originaliteit, authenticiteit, de juiste spanning tussen o.a. herkenbaarheid en vervreemding, en tenslotte vakmanschap. Inhoudelijk zijn de gedichten gegroepeerd rond zeven themata: gevoelens en gedachten, familie, school, natuur, dieren, sterke verhalen, en slapen gaan. Samen met een lijst van auteurs en een trefwoordenlijst maakt dit opzoeken makkelijk. Het geheel is opnieuw een mooie compilatie van wat dichtend Vlaanderen en Nederland te bieden heeft, met een zeldzame vertaling ertussen van werk van Roald Dahl, Jujja Wieslander of Pulak Biswas. Uitgebreid aanwezig zijn Hans Hagen, Bas Rompa, Edward van de Vendel, Gil Vander Heyden, Bette Westera. Het niveau wisselt uiteraard, met mooie uitschieters zoals deze van Hans en Monique Hagen:
“een zucht is onzichtbaar
net als de wind
de nacht is onzichtbaar
als de dag begint
onzichtbaar zijn de dingen
die ik kwijt ben
die ik nooit meer vind
maar
met mijn ogen dicht
zie ik alles
wat mijn hoofd verzint” (p. 27)
De illustraties van Kristien Aertssen zijn bijzonder geslaagd, vooral die op de themapagina’s, en het geheel van de uitgave is zeer verzorgd.