Dit verhaal speelt zich af in 1725. We maken kennis met Tijs, een enthousiaste en wat overmoedige jongeling. Zijn ouders verwachten dat hij, net als zijn vader, loods zal worden. Maar Tijs, die verliefd is op Antje, weet dat zij enorm opkijkt naar de walvisvaarders. Om indruk op haar te maken, zorgt Tijs ervoor dat hij met de Jonge Eva, het schip van commandeur Klaas Daalder, meekan. De vader van Antje is de stuurman. Ook Maarten, Tijs’ beste vriend, gaat mee. Tijs wordt aangesteld als kajuitwachter en Maarten wordt koksmaatje. De jongens verwachten een spannend avontuur maar worden al gauw geconfronteerd met de harde realiteit van de walvisvaart. Genadeloze stomen, ondraaglijke kou, kruiend ijs waardoor het schip komt vast te zitten, ongelukken en bemanningsleden die omkomen, maken het bijzonder zwaar. Door extreme omstandigheden keren de bemanningsleden zich ook tegen elkaar, waardoor het er uiteindelijk echt op aan komt om te overleven. Maarten krijgt het erg hard te verduren: hij verliest enkele vingers en wordt ook behoorlijk ziek. De kans dat ze deze reis zullen overleven wordt met de dag kleiner. Tijs blijft vechten, hij voelt zich verantwoordelijk voor Maarten, maar hij wil zo graag terug naar Texel, om zijn Antje te zien.
Tijs wekt meteen sympathie op. Hij is jong, sterk en vooral gemotiveerd. Dat brengt hem regelmatig in moeilijkheden want hij wil maar al te graag meer doen dan de dingen die zijn kapitein hem opdraagt. Hij brengt daardoor niet alleen zijn leven in gevaar maar ook dat van de rest van de bemanning. Het zijn zware lessen voor Tijs en je ziet hoe hij op erg korte tijd van naïeve jongen verandert in een volwassen man, die keuzes moet maken en zijn verantwoordelijkheid moet opnemen. Door het hele verhaal blijft die sympathie. Hij heeft een hart van goud en gaat voor zijn beste vriend door het vuur.
De auteur is er absoluut in geslaagd om haar personages sterk neer te zetten, maar geeft ook een knap beeld van de tijd van toen: het leven op Texel, het klassenverschil, de walvisvaart, het verwerken van een gevangen walvis. Gevoelens worden niet vergeten: Tijs’ moeder, die wanhopig toekijkt hoe ook haar jongste zoon de zee opgaat, Maartens vader die al jaren zijn zoon mishandelt, de prille en onschuldige verliefdheid van Tijs en Antje, de ultieme overlevingsdrang, angst, wanhoop en vertrouwen ... Bianca Mastenbroek beschreef het allemaal levensecht en boeiend. En boeien doet het moeiteloos tot het einde!
De auteur deed beroep op verschillende deskundigen om ervoor te zorgen dat haar jeugdroman historisch de juiste informatie bevat. Ook schuwt ze het gebruik van scheepsvaartterminologie en geschiedkundige feiten niet. Het feit dat ze zich zo verdiept heeft in de materie, zorgt er ook voor dat ze een ijzersterk verhaal heeft neergezet.
Het boek bevat vooraan een oude kaart van de poolgebieden en sluit af met een verklarende woordenlijst.
Een aanrader voor iedereen die houdt van een historisch verhaal met een sterke plot!