Waar was Bas?

Jeroen is jarig op zeventien november en geeft een verjaardagsfeestje. Iedereen die wil, mag ook blijven slapen. Maar niet iedereen durft naar het feestje gaan. De feestjes van Jeroen zijn immers altijd eng. Het hoofdpersonage ging nog nooit naar het verjaardagsfeestje. Hij durfde niet. Maar nu hij acht is, durft hij wel. Zoals elk jaar gaan ze verstoppertjes spelen. Het huis is heel groot met veel griezelige accessoires. Sommige kinderen zeggen dat het er spookt. Maar de hoofdpersoon gelooft dat niet. De kinderen mogen zich overal verstoppen maar niet zo moeilijk als vorig jaar. Want vorig jaar werd Bas nooit teruggevonden ... Bas zat in dezelfde klas. De juf zei dat hij verhuisd was en iedereen geloofde haar. Terwijl er tot honderd wordt geteld, loopt het hoofdpersonage van kamer tot kamer. Maar overal zit er reeds een klasgenootje verstopt. Behalve op zolder ...

Het verhaal is verteld in de ik-persoon, in de verleden tijd. De naam van het hoofdpersonage wordt niet vermeld. Het is best een eng boek voor deze jonge lezers. Het verhaal begint en eindigt op de schutbladen. De kinderen komen toe en verlaten het verjaardagsfeestje. De illustraties passen volledig in de griezelige sfeer. Er wordt groene limonade gedronken, griezeltaart gegeten. De kinderen hebben een groen gezicht. Er loopt een zwarte kat rond. Er hangen enge schilderijen. Hoe meer je het boek doorbladert, hoe meer enge details je als lezer ontdekt. De kleuren zijn donker, de illustraties eng. Het onderwerp blijft na het lezen even in je gedachten omwille van het akelige einde. Misschien toch wel heel griezelig voor gevoelige kleuters.