Bertje is een hamster. Hij is het klasdier van de leerlingen uit lokaal 26. Juf Delft brengt Bertje na de vakantie weer mee naar school en vertelt dat er heel wat veranderingen zijn in lokaal 26. Er is een nieuw meisje: Tabitha. Er is ook een tweede klasdier: Rikker de kikker. Bertje is eigenlijk wel een beetje jaloers op Rikker die meer aandacht krijgt. Op zijn manier probeert hij vriendschap te sluiten met de kikker. Hij vertelt er van alles tegen, maar natuurlijk hoort de kikker alleen maar PIEP-PIEP-PIEP. Hij geeft ook steeds reacties op wat er in de klas gebeurt,of geeft commentaar maar iedereen hoort alleen maar PIEP-PIEP-PIEP. En van de kikker POING-POING-POING. Elk weekend mag Bertje met iemand mee naar huis. Op zijn manier probeert hij kinderen die eigenlijk niet zo best met elkaar opschieten toch vriendschap te laten sluiten of hij probeert dingen te manipuleren. Zo zorgt Bertje ervoor dat Stevens rekenblaadje in Tabitha's boekentas terecht komt, zodat Tabitha wel verplicht wordt contact te zoeken met Steven. Om zijn plannetjes uit te voeren, komt Bertje af en toe uit z’n kooi met een-slot-dat-niet-sluit. Wanneer het zo erg gesneeuwd heeft dat er niemand naar de klas komt, zorgt Bertje ervoor dat Rikker en hij niet verhongeren. Misschien wel wat vergezocht: Bertje gooit een zak met eten om, raakt eronder gekneld en Rikkert komt hem redden! Een mooi verhaal over vriendschap, maar het komt heel moeilijk op gang. In het begin duurt het wel even eer je begrijpt dat het over de gedachten van een hamster gaat. Je hebt de indruk dat het over een fantasieverhaal gaat (waarin de dieren kunnen spreken) en dat iedereen de hamster begrijpt, maar dat is niet het geval. Eens je dat door hebt, is het wel een speciale ervaring om de wereld door de ogen van een hamster te bekijken. Mits enige introductie omwille van het speciale vertelstandpunt, kan dit boek met zijn doorgaans eenvoudige taal tienjarigen wel aanspreken.