Dit boekje is opgesteld in vraag- en antwoordvorm. Het lijkt wel een tienertijdschrift, met het meest gegeerde rubriekje ‘Vragen aan …’. Dr. W. IJsvogel ontvangt dagelijks brieven van verontruste dieren. Zo is er een nijlkrokodil die zich afvraagt of ze de politie moet bellen. Ze heeft immers vastgesteld dat veel reptielen hun jongen in de steek laten. Dr. W. IJsvogel geeft in een brief kort en bondig antwoord. In zijn brief vind je een verklaring voor het gedrag van die dieren, een korte situering en eventueel op de volgende pagina nog wat meer informatie. Het boekje is humoristisch opgevat maar is inhoudelijk wel correct. Als biologisch naslagwerk scoort het behoorlijk ondermaats, maar als eerste kennismaking en eenvoudig weetjesboek valt het eigenlijk wel mee. Kinderen zullen zich zeker wel afvragen waarom sommige vissen in scholen zwemmen, waarom lieveheersbeestjes stippen hebben, welk nut een voedselketen heeft, enz. Het geheel is eerder druk van lay-out. Collages, tekeningen, wisselende lettertypes, foto’s, het loopt allemaal nogal door elkaar. Dat maakt het geheel nogal onoverzichtelijk. Toch is het opzet van het boek wel origineel.