Voor niets en niemand bang

Max is een beetje bijzonder: hij is nergens bang voor. Zelfs als baby was hij onbevreesd. Hij sliep in het donker, met de deur dicht en hij had geen speentje, knuffel of muziekje nodig om zich veilig te voelen. Toen hij wat ouder was, bleef hij even flink. Hij kloeg nooit over monsters onder zijn bed, vond de eerste schooldag ronduit zalig en zelfs als mama verhalen voorlas, kon niets hem deren. Mama begint zich zorgen te maken en krijgt van allerlei mensen tips en vreemde voorstellen om Max bang te maken. Gelukkig gaat mama daar niet op in. Enge films laten zien en ’s nachts afgrijselijke geluiden maken vindt ze toch niet zo een goed idee. Samen met zijn ouders gaat Max naar de dokter. Het onderzoek duurt heel erg lang. Zij vindt het eigenlijk wel goed dat Max anders is want dan kan hij later alle beroepen aan: tijgerkapper, olifantenkrabber, … Het enige wat er aan Max scheelt is dat er een melktand loszit. Ze zegt hem dat er binnenkort een muisje zijn tand komt halen. En waar denk je dat Max uiteindelijk dan toch bang voor is? Het duo Christine Naumann-Villemin en Marianne Barcilon werkte eerder al samen aan ‘Het speentje van Lisa’ en ‘Een mooi prinsesje’. Deze keer is er een jongetje in de hoofdrol en misschien duikt die later in een volgend boekje nog wel eens op. Het verhaal is eenvoudig en vlot geschreven. De illustraties vullen het verhaal zeer goed aan.Hoewel het einde wat abrupt is, is het toch grappig. In ieder geval is het een leuk boekje met aantrekkelijke prenten.