Twee filosoofjes
over poten en benen
Twee kleuters zitten heerlijk te filosoferen over poten en benen. De ene denkt ontdekt te hebben dat hoe kleiner een dier is, hoe minder poten het heeft. De andere vraagt dan verbaasd: "Hoezo?" en zo begint de zoektocht naar hoe het nu precies zit met die poten en benen. Je geraakt als lezer betrokken bij het gesprek tussen de twee kinderen die verschillende dieren aanhalen om hun stelling te weerleggen of te bewijzen. Nooit lachen ze elkaar uit, maar zijn ze verwonderd over wat de ander zegt. Ze bouwen verder op wat ze samen ontdekt hebben. Het is een boek dat prima leent om voorgelezen te worden en ruimte te laten aan de luisteraars om hun gedacht te zeggen. Zo zal er al snel een gesprek op gang komen dat niet meer alleen tussen de twee kleuters van het boek gaat.
De illustraties zijn zeer sober en bestaan voornamelijk uit de basiskleuren tegen een witte achtergrond, af en toe tegen een fel groene (gras) of blauwe (lucht) achtergrond. De tekeningen zijn gemaakt hoe kleuters het zouden doen: de lucht met een strakke lijn gescheiden van de grond en de dieren getekend op die lijn. Toch zijn er een aantal knappe composities bij zoals waar de hoofden van de kleuters beneden aan het blad naar de poten van de dieren bovenaan het blad aan het kijken zijn. De stijl past perfect bij de sfeer van het boek en creëert de nodige rust om de tekst zijn werk te laten doen en zelf verder te kunnen fantaseren en filosoferen. Want dat is wat het boek wil doen: wees verwonderd, stel vragen en –zoals verwoord wordt in het boek– "ik dacht dat ik iets nieuws en interessants had ontdekt", zeg Franka teleurgesteld. "Het was anders best een leuke gedachte. Soms kom je op die manier op superspannende ideeën", zegt Bibi troostend.