Tegenstellingen
De titel van dit prentenboek doet vermoeden dat het een werkje is om peuters en kleuters verschillende begrippen bij te brengen. Dat is ook zo, alleen: dit is knotsgek bedacht en in beeld gebracht. Het begint al met de cover: we zien de uitgesneden vorm van een grote olifant, met daarin een kleine olifant (afgedrukt op de eerste pagina). De olifant staat op elke pagina, maar telkens anders. ‘Hoog’ en ‘laag’ en ‘breed’ en ‘smal’, dat zijn we wel gewoon. Ook 'voor-' en 'achterkant' is klassiek. Maar bij ‘boven’ en ‘onder’ merk je het al: bij ‘boven’ zie je alleen de bovenkant van de olifant, ‘onder’ is de rest. En wat dacht je van een olifant met ‘haren’ en ‘veren’, een ‘bult’ en een ‘kuil’? Heel leuk zijn de illustraties bij de woordparen heel/stuk, dicht/open, eraf/erbij, vast/vloeibaar, eenvoudig/ingewikkeld, in brand/geblust, gescheurd/geplakt. En de laatste prent, ja die. Daar moet je even bij gaan zitten. Als afsluiter kan die tellen. Ik zeg er niets over, want dan is het effect weg. Dit is een geweldig boek om samen met kinderen vanaf vier jaar te bekijken en om over na te praten. En om veel te lachen, ook de iets oudere kinderen, tot 105 jaar!