Super

Julie is vijftien en blind. Ze heeft er genoeg van om het eeuwige muurbloempje te zijn. Ze is het beu om altijd muziek te beluisteren of boeken te 'lezen' en 's vrijdags bij mama en papa op de bank te zitten. Deze zomer zal alles veranderen. Haar ouders denken dat ze op zomerkamp gaat. Maar Julie heeft hen bedrogen. Ze meldt zich ziek op het kamp. Haar ouders gaan ook op vakantie. Nu is ze alleen thuis. De vrijheid lonkt! Deze week zal ze eindelijk alleen thuis zijn en zal ze precies doen wat ze wil. Julie maakt een lijst van de dingen die ze tijdens die week wil doen: een tattoo laten zetten, dronken worden, dansen op het kerkhof, zoenen, autorijden, op de brug balanceren, elke dag zwemmen, nieuwe mensen leren kennen, ...
En ze leert Jomar kennen. Jomar is net verhuisd naar de naburige flat. Samen met Jomar durft ze dingen te doen waarvan ze nog niet durfde te dromen. Samen met Jomar is Julie helemaal super! Maar Jomar is niet wie hij blijkt te zijn. Julie vertrouwt hem volkomen, maar of dit terecht is? Loopt Julie geen gevaar?
Dit boek is geschreven in de ik-persoon (Julie). Je kan je als lezer heel gemakkelijk verplaatsen in haar leefwereld. Samen met haar vriend gaat er voor Julie een wereld open, ... De vele dialogen en de vlotte taal maken er een heel vlot lezend boek van met een mooi, verrassend einde. Het thema en de verhaallijn zijn origineel. Ondanks de handicap van Julie vind je geregeld humor terug in haar conversaties. Ze zit zichzelf niet steeds te beklagen. Integendeel, ze probeert deze week zoals andere pubers een stoere meid te zijn. Een heel spannend boek.