Stinkers of instinkers?

De gekste dierenweetjes (die opvallend vaak met poep te maken hebben)

Na het succesvolle ‘Hallo hallo, wie stinkt daar zo?’ zorgden wetenschapper Nick Caruso en zoöloog Dani Rabaiotti voor een vergelijkbare opvolger. Dit keer draait het boekje niet rond winden, maar richten de auteurs hun aandacht op uitwerpselen. Ook nu kan wie leest ongestoord z’n woordenschat uitbreiden met alle mogelijke woorden die verband houden met dit onderwerp. En zoals dat ook in het eerdere deel het geval was, benaderen de auteurs het onderwerp zeer breed. Niet alleen de vierkante drollen van de wombats, de reden waarom gieren op hun poten poepen of de vraag of konijnen hun eigen keutels eten, komt aan bod. Ook ribbensalamanders die hun ribben bij gevaar uit hun lijf laten verschijnen of een verklaring waarom kameleons van kleur veranderen, krijgen er een plaats.

Allereerst is er een korte toelichting. Om het lezen een extra dimensie te geven, vertrekt het duo altijd opnieuw van een korte stelling met daaropvolgend de vraag. Bijvoorbeeld: ‘Er bestaat een kever die doet alsof hij een mierenkont is.’ Waar? Of een instinker? Op de ommezijde lees je het antwoord met een bijhorende wetenschappelijke toelichting op kindermaat. Jan Paul Schutten, die erom bekend staat wetenschap op een correcte, humorvolle en toegankelijke wijze te verwoorden, zorgde hier voor een frisse vertaling. De tekstballonnetjes in de kleurrijke illustraties van Alex G. Griffiths, voegen extra humor toe aan het geheel.

‘Stinkers of instinkers?’ brengt vanuit een ludieke invalshoek interessante weetjes tot bij de jonge nieuwsgierige lezer. Heerlijk om gniffelend te lezen voor wie het zelfstandig lezen net onder de knie heeft. Maar ook heel bruikbaar in schoolse context, waar het concept zich heel goed richt tot samen oefenen in het verklanken van en nadenken over wat er geschreven staat. Vooral als lezen minder goed loopt dan gehoopt, is het fijn om samen in de tekst te duiken, te genieten van de grapjes en daarna te weten dat het warme zand op de witte stranden van de Maladieven gewone poep van bultkoppapegaaivissen is.