Spoken op de vlucht

Het hoofdverhaal gaat over Sije. Sije heeft vorige zomer zijn mama verloren en heeft het hier nog ontzettend moelijk mee. Wanneer zijn papa moet opgenomen worden in het ziekenhuis, en Sije bij de buren moet gaan logeren, loopt hij weg. Op het strand ontmoet hij Iene, die hem aan een schuilplaats helpt, een bunker die verscholen ligt in de duinen. Al gauw blijkt dat weglopen toch niet de beste oplossing is. Sije neemt Ienes oma in vertrouwen en samen gaan ze op zoek naar een oplossing voor Sijes probleem.
Naast Sije, Iene en oma maken we ook kennis met D.E. schrijver. Een schrijver die zelf niet weet of hij wel schrijver is/wil zijn. Het lijkt alsof dit verhaal in het andere verhaal moest verweven worden. Zeker in het begin van het boek krijg je de indruk dat het verhaal van de schrijver los staat van het andere verhaal en er ook eigenlijk niet thuis hoort. Of zijn het de bedenkingen die de schrijver maakt, die me het gevoel geven dat zijn verhaal niet strookt met de verhaallijn van Iene, Sije en oma?
De titel en de achterflap van het boek doen vermoeden dat het verhaal zich vooral zal afspelen rond Sije en zijn spoken. Het verleden, zijn moeder die gestorven is, dat blijft hem achtervolgen en hij moet een manier vinden om daarmee om te gaan. En hier blijf je op je honger zitten. De gevoelens, gedachten worden te weinig uitgewerkt. De grote kinderogen die je aanstaren op de kaft geven het geheel ook iets griezeligs. Niet echt een boek dat uitnodigt om even in te kijken. Het verhaal is vlot geschreven en leest ook fijn. Maar daar is dan ook alles mee gezegd. Enige diepgang of verrassende wendingen moet men van dit verhaal niet verwachten.