Spiegels

Het verhaal speelt zich af in 3113. Een vreselijke tsunami heeft veel verwoest. Nu is er een hoge dam gebouwd rond de stad. De buitenlucht is onleefbaar geworden. De mensen leven in torenhoge gebouwen die met elkaar verbonden zijn door kabelliften. Alle verkeer verloopt ondergronds. Zeppelins patrouilleren en houden vanuit de lucht alles in de gaten. De mensen worden volledig gecontroleerd in hun doen en laten door spiegels, boordcomputers en replayfiles, waardoor je al je eigen belevenissen en die van anderen kunt herbekijken. De esthetische chirurgie staat zover dat er bijna geen onvolmaaktheden meer bestaan en dat je gezicht steeds jong en mooi blijft. Door een tatoeagenummer in de nek kun je kloons nog onderscheiden van echte mensen, maar er zijn ook robots die moeilijker te onderscheiden zijn. Het is niet meer evident om de echtheid van iemand te achterhalen. Mike Snow is een verkenner van vijftien jaar, die samenwerkt met de politie om smokkel of illegale verkoop van kloons te bestrijden. Op een dag contacteert Cora Mike om haar verdwenen autistisch broertje Dorian te zoeken. Zij verdenkt haar vader van ontvoering. Maar niets is wat het lijkt. Na veel zoeken ontdekt Mike dat de knappe Cora niet de zus, maar de moeder is van Dorian. En dat Dorian een kloon van zijn vader is. De vader was de hoogbegaafde William K. Straus, de grondlegger van de kloontechnologie. Mike zal verder voor Dorian zorgen. Het is zeker een boek dat de hedendaagse jeugd zal boeien. Het gaat namelijk over dingen waar zij nu al mee vertrouwd zijn en die zouden kunnen evolueren zoals in het verhaal beschreven staat. De esthetische chirurgie, de kloontechnologie, het logboek op de pc, ... dat kennen we nu al. Over de mogelijke, verregaande ontwikkelingen - ten kwade - heeft de auteur een spannend verhaal bedacht. Het bevat veel actie en vaart en de stijl is vlot en jeugdig.