Sneeuwwitje

Wanneer Sneeuwwitjes moeder sterft, hertrouwt haar vader met een meedogenloze vrouw. Elke dag raadpleegt ze haar toverspiegel met de vraag: “wie is de mooiste van het land”. En elke keer antwoordt de spiegel dat ze best mooi is, maar dat Sneeuwwitje nog mooier is dan zij. De maat is vol, de stiefmoeder geeft opdracht aan de jager om Sneeuwwitje in het bos te doden. De jager heeft echter medelijden met het meisje en laat haar ontsnappen. Stiefmama is niet van gisteren en algauw vindt ze het onderduikadres van haar stiefdochter. Ze doet zich voor als een oud vrouwtje en laat een niets vermoedend Sneeuwwitje in een vergiftigde appel bijten. Prompt valt het meisje dood neer. De zeven dwergen, bij wie ze heel de tijd verbleef, zijn kapot van verdriet. Ze leggen haar in een glazen kist. Op een dag komt er een prins voorbij die haar ziet liggen. Hij opent de kist en wekt Sneeuwwitje uit de dood. Wie kent er dit sprookje niet? Ondanks de cultuurhistorische waarde, kan ik niet zeggen dat het hier ook maar één keer fonkelt of verrast. Dat is niet omdat we het verhaal zo goed kennen, dat is omdat het is samengeperst tot een afgenepen geheel dat moest voldoen aan bepaalde spelregels. De illustrator heeft die boodschap dan ook zeer goed begrepen. Met haar vermoedelijke lievelingskleur paars in het achterhoofd is ze aan de slag gegaan. Op canvaspapier brengt ze met krijtjes voorzichtig tonen aan die zeemzoeterig in elkaar overlopen. Voor een moderne toets zorgen de opgekleefde letters die je her en der vindt en die verder geen functie schijnen te hebben. De figuurtjes zijn uitdrukkingsloos en de bewegingen zijn houterig. Ook de lay-out kan in dat oubollig jasje niet echt bekoren. Wie van flauwe bewerkingen houdt, vindt in deze verzorgde uitgave zeker zijn gading.