Skyland. Het stormschip

De Skyland-trilogie schotelt ons een vreemd wereldbeeld voor: in 2251 bestaat onze aarde enkel nog uit ronddrijvende stukken aarde en zoekt de mens krampachtig naar mogelijkheden om water te vinden. Dit alles ten gevolge van een catastrofe die onze globe trof in 2078, waarna de oude vertrouwde wereld plots niet meer bestond. In de bizarre nieuwe wereld zijn ook twee bevolkingsgroepen ontstaan, die elkaar niet meteen genegen zijn.
In ‘Eilanden in de wind’, het eerste deel uit de trilogie, werden de lijnen van een bijzonder interessant verhaal uitgezet. De lezer maakte zowel kennis met een aantal intrigerende figuren in de verre toekomst van 2251 als met de ravissante en eigengereide professor Lily in de iets minder verre toekomst van 2078 , maar bleef achter met een hoop vragen. Wat heeft de aarde precies vernietigd? Hoe zijn die verschillende rangen in de maatschappij ontstaan? En kan er water gevonden worden?
Deel twee gaat verder waar deel één ons achterliet en licht stilaan meer dan een tip van de sluier. Zeker de stukken die zich afspelen in het gedoemde jaar 2078 zijn bijzonder meeslepend om te lezen en stuwen de lezer vooruit in het verhaal. Ondertussen krijgt in 2251 de romantische kant van het verhaal meer aandacht of in ieder geval de bedreigingen voor die romantiek.
Mooi dat de auteur de spanning weet op te bouwen tot een daverende cliffhanger die de lezer doet uitkijken naar het derde deel. Toch alvast deze lezer, die het kluwen van raadselen stilaan begint te ontrafelen, maar nog vele vraagtekens heeft. Laat ons hopen dat deel drie zorgt voor een aantal uitroeptekens … Ja, wij kunnen deze jongeren-sciencefiction wel smaken.