Sem gaat skateboarden

Moderne kinderen verdienen moderne boeken. Gedaan dus met sprookjes waarin feeën en prinsessen hoofdpersonage zijn. Weg met de boeken waarin dieren hun verhaal komen vertellen. Dat is althans wat Renée Ter Berg ons wil laten geloven. Zij vertelt een heel ander verhaal. De schrijfster poot in de 'Sem en Suzi-reeks' twee kinderen neer die van deze tijd zijn en die allebei heel goed weten wat ze willen. Sem is zeven jaar en wil skateboarden. Van mama moet hij beschermers aantrekken, maar dat doet hij mooi niet. Met als gevolg, bij zijn eerste skateles al een gebroken pols! Wanneer hij niet meer durft te skaten als het gips er eindelijk af is, komt zijn zusje Suzi met een slimme oplossing. Het verhaal wordt vanuit verschillende vertelperspectieven verteld. De ene keer spreekt en denkt Sem, de andere keer zijn vriendjes of Suzi… Je krijgt op die manier een aparte benadering, maar omdat verhaal, standpunt en dialoog elkaar zonder aanhalingen zeer snel afwisselen, zal de voorlezer zeker vooraf moeten oefenen. Ook opmerkelijk is het taalgebruik. Een hip boek vereist een hippe taal en daarom moet je niet verrast zijn over woorden als "coole trucs", "skateboard-goeroe", een "jump". "Mijn maffe zusje" en "skatebeest" klinken dan weer echt Hollands. Zo sluit dit prentenboek, op het eerste gezicht, zowel qua thema als qua taal enorm aan bij de leefwereld van kinderen uit de 21ste eeuw. De illustraties zijn kleurrijk en nemen vaak een hele pagina in. Ze hebben op hun beurt een hip kantje. Een omgekeerde pet en brede skatebroek geven Sem een stoer uiterlijk. Suzi is op en top in met minirok, gestreepte kousenbroek en hoge laarzen (zie 'Suzi wil naar een popconcert). Langs de andere kant zijn ze even weinigzeggend, oppervlakkig en slordig afgewerkt als de tekst. Deze reeks biedt geen meerwaarde aan het kinderboekenlandschap:het is niet meer dan een modeproduct.