Saskia en Jeroen met de dieren

De verhalen in dit boekje gaan over de tweeling Saskia en Jeroen die met allerlei dieren kennismaken. Ze gaan in het bos bovenop een mierenhoop zitten en moeten heel wat toeren uithalen om de mieren uit hun kleren te krijgen; ze richten een dierenziekenhuis in voor alle dieren die ze tegenkomen tot plots alle buren op zoek zijn naar hun huisdier; in de dierentuin denkt Jeroen dat de tijger wel uit zijn hand zal eten, enzovoort. Zes verhalen met dieren, waarbij het spel van de ondernemingsgezinde tweeling ongewild altijd wel een beetje ontspoort. De schrijver wijst er af en toe expliciet op hoe dom en ondoordacht ze te werk gaan.
Dit boekje over de tweeling Saskia en Jeroen past in een reeks die in de jaren vijftig voor het eerst verscheen. De verhalen zijn herzien en verschenen nu opnieuw, met pentekeningen van Harmen van Straaten. De verhalen hebben een tijdloos karakter door hun eenvoud en alledaagsheid, maar toch merk je algauw dat het hier om een verleden gaat waarvan kinderen nog maar weinig zullen herkennen. Voorlezende volwassenen krijgen allicht heimwee naar de natuur en het buiten spelen. Om voor te lezen vanaf vijf jaar of zelf te lezen vanaf acht.