Sanders graafmachine

Sander komt elke dag langs de etalage van een speelgoedwinkel. Daar staat een mooie gele graafmachine die hij heel graag wil hebben. Op een dag komt hij thuis van school en staat er een echte graafmachine in zijn straat. Hij kan zijn ogen niet geloven. Sander klimt in de cabine en kijkt naar al die knopjes en hendels. Dan komt Bert, de graafmachinebestuurder opdagen. Sander laat Bert vertrekken, maar die rijdt met de machine over Sanders fiets. Bert belooft op zijn woord van graafmachinebestuurder dat hij de fiets zal maken. Sander wacht op Bert, maar de volgende dag komt hij niet. Eindelijk na een paar dagen rijdt Bert met zijn graafmachine tot bij Sander. De fiets zit in de graafbak. Sander is dolgelukkig. Hij vraagt of hij eens echt mag graven met de machine. Daar moet Bert eerst eens over nadenken. Dan gaat Bert terug aan het werk. Sander rijdt om vier uur naar de bouwplaats waar Bert bezig is. Bert heeft er over nagedacht: Sander mag een hele vrachtwagen vol zand scheppen, maar hij mag het niet aan zijn vriendjes vertellen. Dat laat Sander zich geen twee keer zeggen. Voor zijn verjaardag krijgt Sander dan toch nog de graafmachine uit de speelgoedwinkel. Zijn vriendjes vinden dat hij er heel goed mee kan werken. Maar hoe dat komt, dat vertelt Sander niet. Hij denkt aan zijn erewoord als graafmachinebestuurder ... Niets zo mooi als de wens van een kind die uitkomt. Voor Sander zijn dat wel twee wensen: met een echte graafmachine werken en die mooie graafmachine uit de speelgoedwinkel krijgen. Het verhaal zal zeker aansluiten bij kleuters die gek zijn van grote machines zoals tractors, graafmachines en vrachtwagens. De illustraties zijn realistisch maar missen wat sfeer en kracht. Er zijn wel heel wat details te zien op de prenten. Dat werkt erg stimulerend om te vertellen of om nieuwe woorden te leren. De tekst is gemakkelijk voor te lezen of kan ook zelf gelezen worden. Het boek zal eerder bij jongens aanslaan.