Roos & Anders
Anders heeft zijn naam niet gestolen. Hij is anders dan de andere kinderen, hij stottert soms en anderen lachen hem uit. Op een dag zetten drie jongens hem letterlijk in zijn blootje. Op zoek naar zijn kleren, vindt Anders nog iets: een roze ei. Wat Anders al snel ontdekt, is dat het een vierde drakenei is, een ei waarvan niemand goed weet wat eruit te voorschijn zal komen. Anders hoopt op een grote enge draak, die zijn tegenstanders het leven zuur kan maken. Maar als op een dag de schaal van het ei breekt, komt er een uiterst schattig, roze draakje tevoorschijn. Niets om bang van te zijn … Anders gaat met het draakje op verkenning in de wereld en hoe verder ze komen, hoe meer het draakje groeit en groeit. Totdat het groot genoeg is om een angstaanjagende (zij het dan roze) draak te zijn … Eind goed, al goed: het draakje wordt Anders bondgenoot in de strijd tegen zijn pesters en het brengt hem ook samen met Violet, het meisje waarop Anders stiekem verliefd is. ‘Roos en Anders’ brengt een fantasievol en humoristisch verhaal over ‘anders zijn’, en hoe dat in plaats van een nadeel ook soms een voordeel kan zijn. Omdat hij nu instaat voor de opvoeding van Roos wint Anders aan zelfvertrouwen. De warme boodschap van dit verhaal luidt dan ook: ‘Anders is ook ok.’ Als boodschap is dit wat cliché, maar de manier waarop het gebracht wordt, mag er zijn. Het verhaal is origineel en zit vol fijne humor. Vooral de schets van de drakenwereld in het begin van het boek is leuk gedaan, met knipoogjes naar onze mensenwereld. Zo heeft moeder draak het over een verre neef. "Heette hij niet Laurent of zoiets?" Een schande voor de familie. "Ze had zelfs horen vertellen dat hij af en toe als attractie te bewonderen was in de Efteling. Hoe laag kan een draak vallen?" (p. 16)