Rico, Oskar en de spookschaduwen
In dit boek is Rico, negen jaar en "diepbegaafd", aan het woord. Rico woont met zijn moeder in een flatgebouw in Berlijn. Mama werkt 's nachts in een club (haar borsten zijn haar 'bedrijfskapitaal') en slaapt overdag. Vader is dood. "Het leven is een verdomde scheurkalender", zegt mama. Rico is veel op zichzelf aangewezen en heeft daarbij wel duidelijk aanwijzingen nodig. Want 'diepgegaafd', zoals hij zichzelf noemt, betekent eigenlijk licht mentaal gehandicapt. Bij een buurvrouw kan hij 's avonds terecht. Dan kijken ze vaak naar films en dat voedt zijn toch al rijke fantasie. Rico gaat niet naar een school maar naar een instituut maar nu dus niet. Dit boek vertelt wat Rico beleefde van zaterdag tot donderdag van de week daarop.
Omdat hij niet altijd alles begrijpt, heeft Rico de gewoonte om moeilijke woorden op te zoeken en ze ook van een eigen verklaring te voorzien. Deze woorden staan her en der tussen de tekst en zijn echt grappig, bijvoorbeeld: "Illegaal: als je iets niet mag doen omdat het verboden is. Legaal betekent dat het toegelaten is en egaal dat je met een uitgestreken gezicht doet alsof iets verboden is toch mag. Er bestaat geen bijzonder woord voor als je doet alsof iets dat mag toch verboden is." of: "Silhouet: schaduwbeeld of omtrek. Wie heeft zo'n lettersalade uitgevonden? Precies: de Fransen! Ik heb iets tegen Fransen sinds Jule gezegd heeft dat ze goede zoeners zijn. Bovendien eten ze kikkers en slakken enz ..., misschien zelfs voor het zoenen. Die hebben ze niet allemaal op een rijtje!"
Als vakantietaak heeft Rico van zijn leraar de opdracht gekregen om een vakantiedagboek bij te houden. Dat is dit boek.
Op zaterdag ontmoet hij toevallig een kleine jongen met een helm. Het is Oskar. Hij is klein maar hoogbegaafd. Oskar komt Rico opzoeken. Wat Rico niet weet is dat Oskar in feite op onderzoek is. Er is namelijk een kidnapper aan het werk in Berlijn. Hij pakt kinderen mee en vraagt dan om losgeld. De jongens praten hier natuurlijk over. Achter de flat is een verlaten achterhuis en Rico meent daar soms spookschaduwen te zien. Als Oskar op dinsdag niet komt opdagen, heeft Rico de pest in. Tot hij in een nieuwsuitzending ziet dat Oskar het volgende slachtoffer is van de kidnapper. Oskars vader weigert of kan niet betalen.
Dan gaat Rico allesbehalve diepbegaafd aan de slag. Op de binnenkoer van de flat heeft hij Oskars badge met het rode vliegtuigje gevonden. Hij weet de school te vinden van het voorlaatste gekidnapte kind, gaat haar opzoeken en probeert informatie los te krijgen. De ontvoerder zou iets bij zich gehad hebben dat tingelt. Zij noemt hem Tingelman. Rico denkt, droomt, deduceert en komt tot de vaststelling dat Oskar nog na de ontvoering bij de flat geweest moet zijn. Hij dringt het achterhuis binnen en vindt Oskar. Samen ontmaskeren ze de kidnapper die wel heel dichtbij woont. Rico herstelt in het ziekenhuis van de klappen die hij van de ontvoerder kreeg.
Het boek is grappig, gevat, taalrijk, ontroerend, spannend maar af en toe ongeloofwaardig en verwarrend.