Potilla

Arthur moet elk jaar twee weken gaan logeren op het platteland, vanwege de gezonde buitenlucht. Hij vindt dit vreselijk: zijn oom is vervelend, zijn tante heeft alleen oog voor haar tweeling en zijn neefjes zijn ronduit ettertjes. Als hij op een avond wat rondslentert aan de rand van het bos vindt hij een fee. Het is Potilla. Ze is niet zomaar een fee. Ze heeft geen vleugels maar wel een opvliegend karakter en ze is een feeënkoningin. Potilla is erg overstuur. Arthur neemt haar mee naar huis en licht Esther in. Esther is het buurmeisje van de neefjes en Arthur heeft stilletjes een oogje op haar. Potilla doet haar verhaal: zij en haar volk zijn verdreven uit hun feeënheuvel door een meedogenloze indringer. Die misbruikt de mutsjes en de heuvel van de feeën om zijn leven te verlengen. Het ziet er niet goed uit voor Potilla en haar volk. Arthur, die helemaal niet dapper is, wil haar toch graag helpen. Gelukkig krijgt hij hulp van Esther. Op de neefjes moet hij niet rekenen, die maken hem nog het liefst van al het leven zuur. Vanaf dan begeef je je in een wervelend en spannend avontuur vol verrassingen, veel actie en een behoorlijke dosis humor. Cornelia Funke beschrijft het feeënrijk zo krachtig dat het echt geen moeite kost om het je voor te stellen. Haar taalgebruik is sterk, eenvoudig en knap. Al na enkele bladzijden zit je in de fantasiewereld die in het boek gecreëerd werd. Het boek even weg leggen zal niet gemakkelijk zijn! Leuk is de manier waarop ze de hoofdfiguren heeft uitgewerkt: Arthur, die Potilla moet redden, is bang van alles en wil helemaal geen held zijn. Van Potilla, een feeënkoningin, verwacht je dan weer dat ze lief, bevallig en schattig is. Maar Potilla is niets van dat alles. Ze heeft het hart wel op de juiste plaats, maar het lijkt wel alsof haar ochtendhumeur de hele dag door duurt ... Funke schreef weer maar eens een mooi en spannend avontuur dat zowel jongens en meisjes zal aanspreken.