Pjotter zegt altijd ja

Als je enkel de voorkant van de kaft bekijkt, lijkt dit boek over een schattige otter te gaan die, als je de titel moet geloven, altijd ja zegt. Al snel wordt duidelijk dat dit verhaal eigenlijk de aanzet vormt om rond zelfvertrouwen en assertiviteit te werken. In het uitgebreide voorwoord kan je lezen wat de bedoeling is van dit boek. Ouders en opvoeders worden uitgenodigd om samen met het kind te oefenen.
Er wordt gestart met het verhaal van Pjotter. Op elke bladzijde komt hij wel een bekende tegen die hem om een gunst vraagt (zijn plaats op de tram, een zakdoek, ezelsoren opzetten, voor hem in de rij gaan staan, helpen bij een karweitje, zijn bal lenen waar hij mee aan het spelen is, …) Ook al voelt Pjotter zich hier niet altijd goed bij, hij wil aardig zijn en zegt daarom elke keer ‘ja’. Het is Uil die Pjotter laat inzien dat ‘ja’ zeggen geen kwaad kan, maar dat je die ‘ja’ zeker ook tegen jezelf moet zeggen. Even nadenken is de boodschap. Vind ik het leuk wat de ander doet? Dan mag je ‘ja’ zeggen. Vind ik het niet leuk? Zeg dan maar ‘nee’.

Zonder veel poespas is het duidelijk waar het verhaal heen gaat. Niets verrassend en zeer voorspelbaar. Hier was zeker meer uit te halen. Ik durf me ook de vraag te stellen of de voorbeelden zo duidelijk moeten zijn.
De illustraties hebben een hoge aaibaarheidsfactor en dat kan de tekst zeker gebruiken.
Het verhaal loopt van bladzijde 6 tot 21. Bladzijde 22 tot 56 (meer dan de helft van het boek) is het non-fictie gedeelte dat vooral gericht is op de ouder, de begeleider en het kind dat wil werken aan weerbaarheid, assertiviteit, zelfvertrouwen en een positieve mindset.
Je krijgt een hoop tips en tricks waar je makkelijk mee aan de slag kan en die laagdrempelig en zeer toegankelijk gehouden zijn.  Elke ouder kan ermee aan de slag. Ook voor leerkrachten is dit een handig en bruikbaar werkboek.
De otter en de uil komen doorheen de uitleg en de opdrachten voor. De otter stelt dan het kind voor, de uil de ouder of de begeleider.
Omdat het grootste deel van het boek non-fictie is, had ik hier op de voorkant van de kaft zeker ook naar verwezen. Begeleiders die dit boek kunnen gebruiken, zullen misschien niet verder kijken dan de schattige otter op de kaft en denken dat het een “gewoon” prentenboek is in plaats van een werkboek.

Het verhaal zelf vond ik wat magertjes. De uitwerking van het non-fictie gedeelte vond ik zeker en vast de moeite, het kan ook gebruikt worden zonder het verhaal.