Pestkop

Thijs is een bever en een heel "leuke knul". Hij is voor iedereen aardig en iedereen is aardig voor hem. Behalve Max, de muis. Hij viseert Thijs en lacht hem uit. Wat Thijs ook probeert, Max blijft gemeen doen. Daardoor gaat Thijs zich ongelukkig voelen: "Thijs voelt zich vreselijk". Het gaat zover dat hij denkt dat niemand hem meer aardig vindt. Hij wil niet meer naar school maar hij vertelt niet de echte reden aan mama en papa. Hij houdt het bij: "School is stom." Mama en papa vinden school echter belangrijk en "dus gaat Thijs toch naar school. En Max blijft hem pesten." Op een dag nadat Max hem weer uitlachte, gaat Thijs Max eens goed bekijken en hij ziet: een T-shirt met een beer, verf op zijn broek en veters die loszitten. "Max heeft geen 'andere vrienden' dan Thijs", staat er in de tekst. Is Max een vriend? Thijs zou een aanleiding kunnen hebben om op zijn beurt Max belachelijk te maken maar hij doet het niet. Als Max hem uitlacht met zijn kleding, antwoordt Thijs: "Ik vind mijn shirt mooi en op jouw broek zit ook verf en als je zo gemeen tegen me blijft doen, dan speel ik nooit meer met je." Vanaf dat ogenblik doet Max niet meer gemeen. Als pesten zo eenvoudig op te lossen viel als in het geval van Thijs, waar is dan het probleem? De oplossing is onrealistisch en simplistisch. Maar het mechanisme van het pesten is wel duidelijk: iemand pakken op zijn uiterlijk, bijvoorbeeld. De tekst is zakelijk, belerend maar wel duidelijk. Het boekje is zeker bruikbaar om pesten bespreekbaar te maken bij jonge kinderen.