De tweeling Jake en Jenna is onlangs verhuisd van de stad naar een klein dorp waar niets te beleven valt. Nadat ze al één geheimzinnige zaak hebben opgelost (‘Spookhuis’) willen ze zich verder bekwamen als ‘Spokenjagers’. Wanneer ze in het bos een verlaten hut vinden waarin de geest van een meisje vertoeft, proberen ze uit te zoeken wat dat kan betekenen. Door verschillende zaken aan elkaar te knopen, ontdekken ze dat er vroeger een hut in het bos was waar de pestlijders van het dorp werden achtergelaten om te sterven. Gaat het om dezelfde hut? Is Sorrel, het meisje uit de spiegel, één van de pestlijders? Sorrel smeekt hen haar te helpen. Maar kunnen ze dat wel? Dit is het tweede boek over de tweeling Jake en Jenna. Opnieuw vertelt Jake het verhaal, gedetailleerd vanuit zijn ervaringen. Hij vindt de paranormale gave van zijn zus nog steeds bizar, maar toch vindt hij het mysterieuze wel leuk. Hij start samen met zijn zus een onderzoek. Naast de spanning wordt er ook een portie geschiedenis geserveerd: de pest in 1665 en de houding van de bevolking tegenover pestlijders. De vlotte pen zorgt weer voor treffende karakterschetsen van de toch wel zeer kleurrijke dorpsfiguren. Een toffe mix van spanning en mysterie.