Patatje oorlog
Veertien. De leeftijd waarop heel je leven nog moet beginnen. De leeftijd waarop het lijkt alsof je al een half leven achter de rug hebt. Soms loopt alles van een leien dakje, op andere dagen stort dat dakje heel hardhandig in. Kelly en Joy zijn twee typische veertienjarige vriendinnen, die hun lief en leed met elkaar delen en tegelijk sommige geheimen voor zich houden. Een verlaten bankje in de duinen vormt hun toevluchtsoord, een toevluchtsoord waar ze praten, zonnen, zwemmen, lachen, eten en drinken. Tot hier levert dit boek een heel herkenbaar verhaal, een verhaal over de twijfels bij veertienjarigen. Maar wanneer het over seksualiteit gaat, staan deze twee meiden al wel erg ver in vergelijking met de doorsnee veertienjarige (toch zeker voor België). Net omdat de rest van het verhaal zo kort bij het leven van elke veertienjarige staat, is het hierbij handig om waakzaam te zijn dat deze twee meiden niet het voorbeeld voor die leeftijd worden. Lekker onbezonnen jeugdig zijn, moet op veertien jaar ook nog kunnen! Visser sluit met zijn jeugdig taalgebruik waarschijnlijk perfect aan bij zijn jeugdig publiek, met de opmerking hierbij dat de taal wel erg Nederlands is. ‘Patatje oorlog’ leest als een trein en zal door zijn rake, niets verhullende taalgebruik waarschijnlijk wel in de smaak vallen bij jonge (en iets oudere) pubers. Of de ouders daar zo blij mee zijn … dat is een andere zaak.