Over zee

Acker woont met zijn vader en zijn broer in een vissersdorp aan de Engelse kust. Hij valt echter sterk op tussen alle andere dorpelingen omdat hij niet meegaat met de vissers. Hij blijft altijd met de vrouwen aan land en zorgt voor het huishouden, helpt mee om visnetten te maken en maakt de gevangen vis schoon. Zijn moeder is gestorven bij zijn geboorte en de vroedvrouw die toen aanwezig was, ontfermt zich over hem. De andere dorpelingen zijn echter zeer wantrouwig ten opzichte van haar omdat ze ongewone methodes heeft om mensen te genezen. Acker is ook heel goed bevriend met Ione, de dochter van de vuurtorenwachter. Haar moeder had ernstige psychische problemen en leeft ook niet meer. Dat schept duidelijk een band tussen hen beiden.
Acker is geobsedeerd door het verlangen om zelf te kunnen vliegen. Hij denkt dat hij die passie deelt met Ione, maar zij heeft andere intenties. Gelukkig komt hij in contact met Klaus, een zonderlinge vreemdeling, die aanbeland is in het dorp. Samen met Klaus bouwt hij een eigen vlieg-tuig en probeert hij te ervaren hoe het is om zelf te vliegen.
De auteur beschrijft subtiel hoe mensen die niet de gewoonten en tradities van het merendeel van de groep volgen, als zonderling en zelfs gevaarlijk beschouwd worden. Als lezer kan je heel goed aanvoelen hoe het voor Acker moet zijn om in zo'n leefwereld op te groeien terwijl de vroedvrouw, Ione en Klaus duidelijk al een hele stap verder staan in hun ontwikkeling als persoon.
'Over zee' is een heel ontroerend en boeiend verhaal over volwassen worden. Je voelt het verlangen van Acker om uit te breken en zijn eigen weg te gaan terwijl hij vastzit aan de zeer conservatieve ideeën van de dorpsbewoners. De sfeer is vrij filosofisch, soms zelfs wat dromerig en sprookjesachtig. De vier elementen bepalen het leven in het dorp en vormen een rode draad doorheen het verhaal.
Het is niet alleen een heel mooi verhaal, ook het taalgebruik is heel treffend. Het woordgebruik wordt beperkt tot de essentie doch dit wordt in heel mooie zinnen gegoten, soms heb je het gevoel dat je poëzie aan het lezen bent. Dit pareltje kan je best twee keer lezen: de eerste keer laat je je meeslepen door het verhaal en de tweede keer lees je traag om volop te kunnen genieten van de schoonheid van de taal.